Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Stichting [de Stichting] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagden, waaronder een stichting en haar bestuurders. Eiseres, die lijdt aan leverkanker, had een geldvordering ingesteld tegen de stichting, die was opgericht om haar uitvaartkosten te dekken. Eiseres stelde dat de stichting het geld dat via een crowdfundingsactie was ingezameld, zonder recht of titel onder zich hield en dat het geld aan haar toebehoorde. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de stichting het geld had ontvangen in overeenstemming met haar doelstellingen en dat er geen bewijs was dat de gelden rechtstreeks aan eiseres waren geschonken. De rechter benadrukte dat de vordering in kort geding alleen kan worden toegewezen als met grote waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de gelden aan eiseres toebehoren, wat niet was aangetoond. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.