ECLI:NL:RBDHA:2017:243
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verstrekking van gegevens van aansprakelijkheidsverzekering in kort geding
In deze zaak, die op 11 januari 2017 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ü. Arslan, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiser vorderde dat gedaagde hem de gegevens van haar aansprakelijkheidsverzekering zou verstrekken, naar aanleiding van een aanrijding die plaatsvond op 18 november 2015. Eiser, die op zijn fiets reed, stelde dat gedaagde, die op een elektrische fiets reed, schuldig was aan het ongeval omdat zij hem geen voorrang verleende. Eiser heeft schade geleden door deze aanrijding en gedaagde had aangegeven dat zij een aansprakelijkheidsverzekering had, waarvan zij de gegevens zou doorgeven aan eiser. Echter, gedaagde heeft dit nagelaten.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiser geen belang heeft bij zijn vordering. Het is niet duidelijk hoe eiser, enkel op basis van de door hem gevraagde verzekeringsgegevens, in staat zou zijn om zijn schade te verhalen. Er bestaat namelijk geen rechtsverhouding tussen eiser en de aansprakelijkheidsverzekeraar van gedaagde. Het is aan gedaagde om de schade bij haar verzekeraar te melden, en zij is daar niet verplicht toe. De voorzieningenrechter concludeert dat de vordering van eiser moet worden afgewezen, en dat eiser als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld, die aan de zijde van gedaagde tot dusverre op nihil zijn begroot.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van het geding, die tot dusverre aan de zijde van gedaagde zijn begroot op nihil.