ECLI:NL:RBDHA:2017:2428
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag op grond van niet-geloofwaardige bekering en vestigingsalternatief in Bagdad
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 maart 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende een herhaalde asielaanvraag van eiser, die de Iraakse nationaliteit bezit. Eiser heeft eerder asiel aangevraagd, maar zijn aanvragen zijn in het verleden afgewezen. In zijn derde aanvraag, ingediend op 13 oktober 2014, stelt eiser dat hij zich sinds 2011 tot het christendom heeft bekeerd en dat hij vanwege deze bekering bedreigd wordt door zijn familie in Irak. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag afgewezen, omdat de bekering niet geloofwaardig werd geacht en er een vestigingsalternatief in Bagdad zou zijn.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de bekering van eiser niet geloofwaardig is. Eiser heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn persoonlijke motieven voor de bekering en zijn verklaringen werden als vaag en algemeen beschouwd. De rechtbank heeft ook overwogen dat de kennis van eiser over het christendom en de bijbel beperkt is, wat zijn geloofwaardigheid ondermijnt.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding was voor de staatssecretaris om eiser opnieuw te horen over zijn bekering, aangezien hij niet had aangetoond dat er een significante verandering in zijn situatie was opgetreden. De rechtbank heeft ook de stelling van eiser dat Bagdad geen vestigingsalternatief voor hem is, verworpen, omdat hij deze niet voldoende heeft onderbouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het inreisverbod van twee jaar bevestigd.