Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 februari 2016 met producties 1 t/m 17;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv), tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak van 4 mei 2016 met producties 1 t/m 13;
- het tussenvonnis van 15 juni 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de akte houdende overlegging producties van eiseres, met producties 18 t/m 20;
- de brief van de zijde van eiseres van 17 januari 2017, waarbij productie 19 van eiseres is vervangen;
- de brief van de zijde van eiseres van 27 januari 2017, met bijlagen;
- de akte van de Staat in het incident;
- de akte houdende overlegging producties van de Staat, met producties 14 t/m 18;
- de akte houdende overlegging productie van de Staat, met productie 19;
- het proces-verbaal van comparitie van 31 januari 2017.
2.De feiten
in de hoofdzaak en in het incident
In the procedure, national and regional (property) expertise is essential for the purchasing party. I therefore request that you inform us in the near future as to which consultant will present Bbio/ SII in this procedure’.
De waardering gaat in eerste instantie uit van bruto huuropbrengsten. Wij veronderstellen dat het gebrek aan inzicht in de daadwerkelijke beheer- en onderhoudskosten de commissie heeft gebracht tot de aanpak waarbij deze kosten voor de eigenaar zijn opgenomen in de disconteringsvoet.
Deze disconteringsvoet inclusief de inschatting voor beheer- en onderhoudskosten is vastgesteld op 11.25 procent.
Wij zijn van mening dat de disconteringsvoet van 11,25% significant te laag is berekend om de volgende redenen.
Op basis van actuele informatie gaan wij er op dit moment vanuit dat de onderhoudskosten ten laste van de nieuwe eigenaar geraamd zijn op minimaal EUR 2 miljoen:
Dit betekent dat de veronderstelde onderhoudskosten in de eerste vijf jaren circa 30% van de bruto huuropbrengsten zijn: n.b. dit is exclusief overige eigenaarkosten zoals belastingen, verzekeringen, management etc.
Bovendien zullen door de toenemende veroudering van de gebouwen de beheer- en onderhoudskosten sneller stijgen dan de veronderstelde inflatiefactor van 2% voor de huuropbrengsten.
Belangrijk: Daar waar de huuropbrengsten stoppen in de waardering (na 2018 en deels tot en met 2023), zien wij in de waardering de beheer- en onderhoudskosten niet doorlopen. Dat er geen huuropbrengsten zijn betekent niet dat er geen kosten voor onderhoud en beheer van het terrein voor de eigenaar blijven bestaan.
Wij vragen de taxatiecommissie bovenstaande informatie mee te nemen in het vaststellen van een meer reële disconteringsvoet’.
market value’ van het ALT-complex bepaald op € 48.700.000,--. In het overzicht is de waarde deels berekend aan de hand van de netto opbrengsten uit de huuropbrengsten en deels bepaald aan de hand van een restwaarde (
exit value) van onderdelen van het ALT-complex nadat de huur zou worden beëindigd.
operation costs’ vermeldt het overzicht de volgende bedragen:
contractual obligations maintenance’.
De gerealiseerde kosten voor het eigenaarsonderhoud liggen in 2012 op een niveau van EUR 2,3m, bestaande uit EUR 1.970K aan onderhoud en EUR 307K aan storingen’.
‘Correct (incl. btw), met als enige opmerking dat het bedrag “storingen” ook gezien moet worden als bedrag inclusief BKW. Opgegeven gerealiseerde kosten veranderen hier echter niet door, is mij verteld.’
‘Voor 2013 is de gecontracteerde waarde voor het eigenaaronderhoud EUR 1.590K. Daarbovenop komt nog een bedrag voor storingen (nadere informatie wordt aangeleverd door [B] )’.
Correct incl. btw en contracten staan in de iRoom. Uiteindelijk bedrag “storingen 2013” kan echter pas eind 1e kwartaal 2014 gegeven worden. Conform het bestek (contractstuk) worden de meer- minderwerken in dit kwartaal inzichtelijk gemaakt en met 4e kwartaal 2013 verrekend. Zoals afgesproken zal ik trachten voor2012per contractpartner en/of clustergebouwen e.e.a. op te geven. Of dit voor a.s. woensdag gaat lukken durf ik niet te beloven daar ik hierbij afhankelijk ben van de organisatie. Lukt het niet dan mail ik het je tijdens het overleg getoonde overzichtje’
Het onderhoudsniveau voor een commerciële gebruiker zou lager liggen. Het RIVM is aangemerkt als ‘vitaal’, en heeft daardoor hogere onderhoudsnormen.’
De Rgd ziet het Rivm inderdaad niet als een standaard kantoorgebouw gezien de maatschappelijke taken die deze verricht en beschouwd deze huisvesting dan ook als special user. In dit kader heeft bij de overheid een gebruiker over het algemeen inspraak bij het vervangingen/onderhoud, wat hogere onderhoudskosten tot gevolg kan hebben/heeft. Tevens hanteert de overheid hogere standaards op zaken als bvb brandveiligheid, veilig werken op hoogten, terug brengen energie gebruik, etc. wat zij aspectprogramma’s noemt.’
Objects element list (OEL list) of all buildings of 28 february 2012’.
guarantees that these cost levels are not exceeded at the cost of Bilthoven Biologicals.’
Het uitvoeren van een conditiemeting voor alle elementen zoals vermeld op de ‘Contract Object Elementen Lijst’ (COEL);
Het verwerken van de resultaten in een vervangingsplanning voor een periode van 5 jaar. Dit betreft zowel planmatige vervangingen als ook de vervangingen van elementen en/of onderdelen daarvan die een slechtere conditiescore hebben dan 3 (gebaseerd op de NEN norm 2767 deel 1 en 2 ‘conditiemeting van bouw- en installatiedelen’). Deze vervangingsplanning moet per object opgesteld worden en gespecificeerd zijn per element, inclusief een kostenraming volgens de NEN 2634.
E. Partijen zijn overeengekomen, mede teneinde te voldoen aan de verplichtingen voor partijen als genoemd in de HoA in artikel 2 lid 2, om de huurprijs als genoemd in artikel 4 lid 1 van de Huurovereenkomsten te verhogen met tien procent (10%) met ingang van 1 januari 2015 teneinde de extra kosten, gemaakt door verhuurder om te voldoen aan het Onderhoudsniveau te compenseren. De huurprijs verhoogd met tien procent (10%) is de basis voor de aanpassing per 1 januari 2015 met de index als genoemd in artikel 5 van de Huurovereenkomsten.
Met ingang van 1 januari 2015 de huurprijs per jaar als genoemd in artikel 4 lid 1 van de Huurovereenkomsten te verhogen met tien procent (10 %), welk verhoogde bedrag de basis is voor het bedrag dat per 1 januari 2015 zal worden geindexeerd conform artikel 5 van de Huurovereenkomst, tot een bedrag van en definitief vast te stellen op (…);
De sub I. overeengekomen verhoging ziet uitdrukkelijk niet toe op achterstallig onderhoud, vervangingsinvesteringen of toekomstige investeringen van en in het gehuurde (…)’
3.Het geschil
4.De beoordeling
in de hoofdzaak
moetenverschaffen. Eiseres heeft de vervangingsplanning 2010 in het geding gebracht, zoals door de Staat in een WOB-procedure ter beschikking is gesteld (productie 14 bij dagvaarding). Hoewel delen in dit document door de Staat onleesbaar zijn gemaakt, kan uit het document wel worden afgeleid dat voor een substantiële hoeveelheid van de vermelde elementen of installaties geen conditiescore is opgenomen of een NEN 2767 score van 3 of lager is opgenomen, welke scores, zonder toelichting van eiseres, die ontbreekt, niet duiden op een noodzaak tot vervanging. Uit het overgelegde document valt verder af te leiden dat ook anderszins enige indicatie of toelichting ontbreekt over de noodzaak tot vervanging teneinde te voldoen aan regelgeving of te kunnen voldoen aan het gebruiksdoel van de installaties. In dit verband merkt de rechtbank nog op dat de Staat in dit kader terecht heeft aangevoerd dat in het algemeen gekozen kan worden tussen onderhoud en vervanging van onderdelen, hetgeen bevestigd wordt in de omschrijving van de condities in de NEN 2767 (zie hiervoor onder 2.22).
‘niet vrijblijvend’is, en dat, ‘
als er geen vervangingen plaatsvinden van elementen die in conditiescore 3 verkeren, er storingen zullen gaan optreden’maar hiermee is immers nog niets gezegd over concrete storingen en niets over een concrete noodzaak om (individuele) installaties te vervangen. Ook de verklaring van de vertegenwoordigers van Vinci ‘
dat voor de conditiemeting en vervangingsplanning ook van belang[is]
dat achterhaald wordt of reserveonderdelen van de desbetreffend installatie of apparatuur besteld kunnen worden’en
‘Wanneer dat niet zo is heeft dat een negatieve impact op de conditiescore’is naar het oordeel van de rechtbank te algemeen en onvoldoende geconcretiseerd in relatie tot het onderhavige geval. In de vervangingsplanning 2010 wordt over reserveonderdelen niets gezegd en eiseres maakt ook zelf niet concreet welke installaties moesten worden vervangen omdat geen reserveonderdelen besteld konden worden.
voor geen enkele installatieconcreet heeft onderbouwd dat zij geconfronteerd is geworden met achterstallige onderhoud dat voor eiseres in de weg staat aan normaal gebruik van het verkochte, of met noodzakelijke vervangingen die zij heeft moeten verrichten om aan geldende regelgeving te voldoen, laat staan dat van dat achterstallig onderhoud of die vervangingsnoodzaak gezegd kan worden dat daarvan al sprake was tijdens het verkoopproces in 2013 en dat de Staat daarover heeft gezwegen. De door eiseres gestelde non-conformiteit is daarom niet komen vast te staan.
het verkochte zal worden aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich heden bevindt’en in hoeverre die bepaling in de weg staat aan de door eiseres gestelde non-conformiteit.