Uitspraak
Rechtbank DEN Haag
[eiser] , eiser, V-nummer [vreemdelingennummer]
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Het beroep is ongegrond.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser, een Turkse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat de eiser niet had aangetoond dat hij een Turkse werknemer was of een familielid van een Turkse werknemer, waardoor hij geen rechten kon ontlenen aan het Associatierecht. De eiser had eerder een verblijfsvergunning gehad, maar deze was ingetrokken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat de eiser niet het volledige bedrag aan leges had betaald en niet had aangetoond dat hij recht had op een verblijfsvergunning op basis van het associatierecht. De voorzieningenrechter heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de eiser om voldoende bewijs te leveren van zijn status als Turkse werknemer of als gezinslid van een Turkse werknemer.