Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
wordeningetrokken. Deze instemming betekent nog niet dat die procedures ook
zijningetrokken Met eiseres is de rechtbank van oordeel dat hiervoor een kennisgeving van of namens de vreemdeling aan verweerder nodig is, net zoals het op grond van artikel 3.99 Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) jo. artikel 4:1 Awb nodig is dat de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier bij het bestuursorgaan (verweerder) indient en niet bij het IOM. Als de vreemdeling de bij verweerder lopende verblijfsrechtelijke procedure ondanks de met het IOM overeengekomen vertrekverklaring niet intrekt, is dat een schending van de overeenkomst met het IOM, maar dat betekent niet dat hieraan het gevolg kan worden verbonden dat die lopende procedure als ingetrokken kan worden beschouwd. Het beroep van verweerder op de uitspraak van de Afdeling van 25 oktober 2016 leidt niet tot een ander oordeel. In die zaak betrof het een procedure tegen de intrekking door verweerder van een verblijfsvergunning asiel. In de onderhavige zaak betreft het een procedure over een verblijfsvergunning regulier. Dit is een relevant verschil, nu bij vertrek naar het land van herkomst van een asielzoeker aangenomen kan worden dat deze geen prijs meer stelt op bescherming en hiervan in een procedure over een verblijfsvergunning regulier in beginsel geen sprake is. De beroepsgrond slaagt.