ECLI:NL:RBDHA:2017:16752

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
5552473 RL EXPL 16-32803
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor diefstal van caravan tijdens stalling door derde partij

In deze zaak heeft de kantonrechter te 's-Gravenhage op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V. Univé Schade en ANWB B.V. over de aansprakelijkheid voor de diefstal van een caravan. De eiser, Univé Schade, vorderde schadevergoeding van de ANWB, omdat de caravan van hun verzekerde, [betrokkene 3], was gestolen terwijl deze was gestald bij Garage Saquet Sarl in Frankrijk. De ANWB had de caravan tijdelijk laten stallen bij Saquet Sarl na autopech van [betrokkene 3] tijdens zijn vakantie. De kantonrechter oordeelde dat de ANWB zich kon beroepen op een exoneratiebeding in haar algemene voorwaarden, dat aansprakelijkheid voor diefstalschade uitsloot. De rechter concludeerde dat het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend was, omdat [betrokkene 3] zijn caravan had verzekerd bij Univé Schade. Hierdoor werd de vordering van Univé Schade afgewezen. In de vrijwaringszaak, waarin de ANWB Saquet Sarl aansprakelijk stelde, werd eveneens de vordering afgewezen. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
FH
Zaak-/rolnr.: 5552473 RL EXPL 16-32803 (hoofdzaak) en 5963938 RL EXPL 17-11255 (vrijwaringszaak)
10 oktober 2017
Vonnis van de kantonrechter in de hoofdzaak van:
de naamloze vennootschap
N.V. Univé Schade,
statutair gevestigd te Zwolle, kantoorhoudende te Assen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. G. Loman,
tegen
de besloten vennootschap
ANWB B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J.L. Oudshoorn,
en in de vrijwaringszaak van:
de besloten vennootschap
ANWB B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.L. Oudshoorn,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Garage Saquet Sarl,
gevestigd te Nant (Frankrijk),
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. T. Havekes.
Partijen worden hierna genoemd “Univé Schade”, “de ANWB” en “Saquet Sarl”.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft in de hoofdzaak kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 23 november 2016;
  • de conclusie van antwoord.
1.2.
De kantonrechter heeft in de vrijwaringszaak kennis genomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 21 april 2017;
- de conclusie van antwoord.
1.3.
Op 30 augustus 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden in de hoofdzaak, waarbij zijn verschenen namens Univé Schade de heer [betrokkene 1] , bijgestaan door de gemachtigde, namens de ANWB de heer [betrokkene 2] , bijgestaan door de gemachtigde. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden. Vervolgens is de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2.Feiten

2.1.
[betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ) heeft met Univé Schade een verzekeringsovereenkomst gesloten met betrekking tot een aan [betrokkene 3] in eigendom toebehorende caravan van het merk Fendt, type Bianco 465 SFB, kenteken [kenteken 1] (hierna: de caravan).
2.2.
[betrokkene 3] is lid van de ANWB, op welk lidmaatschap de Algemene Voorwaarden ANWB-lidmaatschap van toepassing zijn. Dit lidmaatschap geeft recht op een aantal ANWB-diensten, waaronder begrepen Wegenwacht Europa Service en Aanhangservice Buitenland. In artikel 2 van de algemene voorwaarden is bepaald:
[…]
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade ontstaan in de volgende situaties:
[…]
  • stalling en transport van uw auto en bagage
  • diefstal van uw auto en bagage.
2.3.
[betrokkene 3] was in de zomer van 2013 met zijn echtgenote met de caravan op vakantie. De caravan werd getrokken door de aan [betrokkene 3] toebehorende personenauto van het merk Volvo, type V50, kenteken [kenteken 2] . Op de terugreis naar Nederland kreeg [betrokkene 3] in Frankrijk autopech. De ANWB heeft toen een vervangende auto ter beschikking gesteld aan [betrokkene 3] , te weten een Fiat 500. Deze auto was niet voorzien van een trekhaak terwijl [betrokkene 3] de terugreis moest voortzetten, zodat de caravan in Frankrijk is achtergebleven.
2.4.
[betrokkene 3] heeft op 19 september 2013 de caravan achtergelaten op de camping waar hij zich op dat moment bevond. De ANWB heeft geregeld dat de caravan diezelfde dag door Saquet Sarl werd opgehaald en de caravan is toen, in afwachting van repatriëring naar Nederland, gestald bij Saquet Sarl.
2.5.
De caravan is terwijl hij bij Saquet Sarl stond gestald, gestolen. Op 7 oktober 2013 heeft Saquet Sarl de diefstal ontdekt en van deze diefstal aangifte gedaan.
2.6.
Univé Schade heeft [betrokkene 3] als verzekeringnemer schadeloos gesteld voor de als gevolg van de diefstal geleden schade.
2.7.
Bij brief van 13 januari 2014 heeft Univé Schade de ANWB aansprakelijk gesteld voor de schade van [betrokkene 3] als gevolg van de diefstal van de caravan, voor welke schade Univé Schade [betrokkene 3] schadeloos heeft gesteld.
2.8.
Nadat de ANWB bij brief van 16 januari 2014 de aansprakelijkstelling van de hand heeft gewezen, onder verwijzing naar artikel 21 van de algemene voorwaarden, heeft Univé Schade de ANWB bij brief van 8 december 2014 bericht dat zij het beding waar Univé Schade zich op heeft beroepen, vernietigt op grond van artikel 6:237 BW.

3.De vorderingen

In de hoofdzaak
3.1.
Univé Schade vordert veroordeling van de ANWB bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Univé Schade te betalen een bedrag van € 20.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 december 2014 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van de ANWB in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
Univé Schade legt aan deze vordering, naast voormelde feiten, het navolgende ten grondslag. De overeenkomst tussen de ANWB en [betrokkene 3] kent elementen van een bewaarnemingsovereenkomst in de zin van artikel 7:600 BW. De ANWB heeft zich verbonden aan [betrokkene 3] om de caravan, die [betrokkene 3] aan de ANWB had toevertrouwd, te bewaren en terug te geven en diende daarbij de zorg van een goed bewaarnemer in acht te nemen. De ANWB heeft de hulp van Saquet Sarl ingeschakeld. Saquet Sarl kwalificeert daarmee als hulppersoon in de zin van artikel 6:76 BW. De ANWB is daardoor voor de gedragingen van Saquet Sarl op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk. Nu de bewaking bij Saquet Sarl onvoldoende was en Saquet Sarl geen zicht had op wat er met de bij hem gestalde caravans gebeurde, heeft Saquet Sarl bij de bewaarneming niet de zorg van een goed bewaarder in acht genomen. De ANWB is daardoor toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verbintenis jegens [betrokkene 3] . De ANWB dient de schade van [betrokkene 3] , thans Univé Schade, welke het gevolg van de diefstal is, daarom op grond van artikel 6:76 BW te vergoeden. Daarnaast is de ANWB op grond van artikel 6:74 BW aansprakelijk omdat zij de caravan heeft laten ophalen en stallen door een bedrijf dat daarvoor duidelijk niet geschikt was. Subsidiair heeft de ANWB toerekenbaar onrechtmatig gehandeld jegens [betrokkene 3] en dient zij de als gevolg daarvan door Univé Schade geleden schade te vergoeden.
In de vrijwaringszaak
3.3.
De ANWB vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Saquet Sarl om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de ANWB te betalen al datgene waartoe de ANWB als gedaagde in de hoofdzaak bij vonnis ten behoeve van Univé Schade wordt veroordeeld, met veroordeling van Saquet Sarl in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaringszaak.
3.4.
De ANWB legt aan deze vordering, naast voormelde feiten, het navolgende ten grondslag. De ANWB heeft Saquet Sarl ingeschakeld om de caravan van [betrokkene 3] tijdelijk te stallen. Indien Univé Schade jegens de ANWB in het gelijk wordt gesteld, zijn twee partijen voor de schade hoofdelijk aansprakelijk. Nu de eventuele veroorzaking van de schade volledig binnen de machtssfeer van Saquet Sarl ligt en de ANWB daar niets aan kon doen, geldt dat in die onderlinge verhouding een eventuele schadevergoedingsverplichting jegens Univé Schade (of [betrokkene 3] ) volledig voor rekening van Saquet Sarl dient te komen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Beoordeling

In de hoofdzaak
4.1.
Het meest verstrekkende verweer van de ANWB is dat zij een beroep kan doen op de exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van de ANWB waarbij aansprakelijkheid voor diefstalschade is uitgesloten.
4.2.
Onbetwist staat vast dat de algemene voorwaarden gelden tussen de ANWB en [betrokkene 3] en dat deze door de ANWB jegens Univé Schade kunnen worden ingeroepen. De ANWB beroept zich op artikel 21 van de algemene voorwaarden, zoals onder 2.2. weergegeven.
4.3.
Uit artikel 6:233 sub a BW volgt dat een onredelijk bezwarend beding vernietigbaar is. Volgens Univé Schade is artikel 21 van de algemene voorwaarden een vernietigbaar beding in de zin van artikel 6:237 onder f BW. In laatstgenoemd artikel is bepaald dat een beding in de algemene voorwaarden wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn indien dat beding de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding.
4.4.
Bij de beoordeling van de vraag of een exoneratieclausule onredelijk bezwarend is, speelt onder andere de aard van de schade een rol, alsmede de aard van de aansprakelijkheid, de aard van de schuld en de vraag of de schade verzekerd is.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de ANWB op zichzelf geen invloed op het eventueel plaatsvinden van diefstal. Gesteld noch gebleken is dat de ANWB schuld heeft aan de diefstal. Bovendien was het voor [betrokkene 3] mogelijk om de caravan te verzekeren en heeft hij van die mogelijkheid ook gebruik gemaakt.
4.6.
[betrokkene 3] zelf heeft geen beroep op vernietiging van het beding gedaan. Hij heeft zijn schade immers uitgekeerd gekregen onder de met Univé Schade gesloten verzekering. Univé Schade heeft in het kader van deze procedure als regresnemende verzekeraar van [betrokkene 3] een beroep gedaan op vernietiging van het exoneratiebeding.
4.7.
Wat daar ook van zij, de exoneratiebepaling is opgenomen in artikel 6:237 BW dat uitgaat van een vermoeden dat het beding onredelijk bezwarend is. Beoordeeld dient te worden of dat in het onderhavige geval ook daadwerkelijk zo is. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. [betrokkene 3] had zijn caravan immers reeds verzekerd tegen diefstal bij Univé Schade en daarmee was de onderhavige schade ondanks het exoneratiebeding voor [betrokkene 3] verzekerd en hoefde hij ten gevolge van het exoneratiebeding niet zelf schade te dragen. Daarmee is het beding niet onredelijk bezwarend en komt de ANWB jegens Tiemand een beroep toe op het exoneratiebeding. Dat leidt ertoe dat de vordering van Univé Schade wordt afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven daarom geen verdere bespreking meer.
4.8.
Univé Schade zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Met het oog op hetgeen de Hoge Raad in haar uitspraak van 28 oktober 2011 heeft bepaald (ECLI:NL:HR:2011:BQ6079), bestaat geen grond voor veroordeling van Univé Schade tot betaling van de proceskosten van de ANWB in de vrijwaringszaak.
In de vrijwaringszaak
4.9.
Nu de vordering van Univé Schade in de hoofdzaak wordt afgewezen, zal de vordering in de vrijwaringszaak eveneens worden afgewezen.
4.10.
De ANWB zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.Beslissing

De kantonrechter:
In de hoofdzaak:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Univé Schade in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van de ANWB vastgesteld op € 800,00 als het aan de gemachtigde van de ANWB toekomende salaris;
5.3.
verklaart dit vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
In de vrijwaringszaak:
5.4.
wijst de vordering af;
5.5.
veroordeelt de ANWB in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Saquet Sarl vastgesteld op € 400,00 als het aan de gemachtigde van Saquet Sarl toekomende salaris;
5.6.
verklaart dit vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. J.L.M. Luiten en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2017.