4.2.[eiser] komt in verzet tegen de in de dagvaarding genoemde dwangbevelen. Hij stelt daartoe dat:
1. de terugvorderingsbeschikkingen ten onrechte zijn opgelegd. De bedragen/toesla- gen op grond waarvan ingevorderd wordt zijn niet in overeenstemming met de gecorrigeerde aanslagen IB. Er wordt een te hoog verzamelinkomen gehanteerd. De terugvorderingsbeschikkingen staan niet allemaal onherroepelijk vast. [eiser] heeft herziening verzocht over de jaren 2010-2013.
3. het beslag op de auto onrechtmatig heeft plaatsgevonden, omdat de auto na 22.00 uur in beslag is genomen en omdat geen aankondiging is verzonden dat de auto in beslag zou worden genomen conform de verplichting tot het stoppen van een motorvoertuig (artikel 18 Invorderingswet 1990).
4. de Ontvanger niet heeft beslist op een aanhangig verzoek om uitstel van betaling en daarom had moeten handelen alsof uitstel was verleend.
5. de Ontvanger ten onrechte geen betalingsregeling heeft toegestaan.
6. er voorafgaand aan het beslag geen hernieuwd bevel tot betaling is betekend.
7. het belang van de Ontvanger bij de tenuitvoerlegging van de dwangbevelen te verwaarlozen is bij het belang van [eiser] bij het gebruik van zijn auto.
8. de Ontvanger misbruik maakt van bevoegdheid, omdat executieverkoop bij lange na niet kostendekkend is en er andere minder ingrijpende invorderingsmogelijk-heden zijn.
9. de Ontvanger handelt in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur omdat hij is gaan executeren, terwijl hij met [eiser] in onderhandeling was.