ECLI:NL:RBDHA:2017:16358
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een civiele procedure betreffende achterstallige betalingen
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door dr. D.B. Pathak, een wrakingsverzoek ingediend tegen kantonrechter mr. M.T. Nijhuis van de Rechtbank Den Haag. Het wrakingsverzoek is ingediend op 12 april 2017, bijna drie weken na de zitting van 24 maart 2017, waar verzoekster zich onterecht behandeld voelde door de kantonrechter. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoekster niet tijdig heeft gereageerd op de vermeende partijdigheid van de kantonrechter, aangezien zij geen wrakingsverzoek heeft ingediend tijdens de zitting zelf. De wrakingskamer oordeelt dat er omstandigheden zijn die kunnen leiden tot een vertraagde indiening van een wrakingsverzoek, maar verzoekster heeft deze niet aangetoond. De wrakingskamer concludeert dat het verzoek te laat is ingediend en verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 mei 2017.