ECLI:NL:RBDHA:2017:16357
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in faillissementszaak met beschouwing over rechterlijke onpartijdigheid
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Bora Bouw Holding B.V. op 2 mei 2017 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. G.H.M. Smelt, rechter in de rechtbank Den Haag, na een eerdere afwijzing van een verzoek om uitstel van een zitting. De rechtbank had op 18 april 2017 het faillissement van verzoeker uitgesproken, waarna verzoeker op 1 mei 2017 in verzet kwam. Het wrakingsverzoek werd behandeld op 8 mei 2017, waarbij verzoeker en zijn echtgenote aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de curator. De rechter mr. Smelt was afwezig.
Verzoeker stelde dat de rechtbank vooringenomen was en hem niet de kans had gegeven om zijn zaak goed voor te bereiden. Mr. Smelt betwistte deze beschuldigingen en stelde dat zijn beslissing om de zaak niet aan te houden niet voortkwam uit vooringenomenheid, maar uit de noodzaak tot een spoedige behandeling van de zaak. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing om het aanhoudingsverzoek niet te honoreren niet onbegrijpelijk was en dat het wrakingsverzoek misbruik van recht was.
De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden. Tevens werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de onderliggende verzetprocedure niet in behandeling zou worden genomen. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 mei 2017.