ECLI:NL:RBDHA:2017:16344
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in belastingzaak met betrekking tot inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die in een belastingzaak betrokken was, had de gewraakte rechters, mr. S.J. Hoekstra-van Vliet, mr. H.M.D. de Jong en mr. R. Cats, gewraakt. De aanleiding voor de wraking was de afwijzing van een verzoek om aanhouding van een zitting, die verzoeker niet kon bijwonen vanwege verblijf in het buitenland. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot aanhouding onvoldoende was onderbouwd en dat de gewraakte rechters niet in hun onpartijdigheid waren aangetast. De wrakingskamer benadrukte dat een afwijzing van een verzoek tot uitstel in beginsel geen grond voor wraking vormt, tenzij er sprake is van vooringenomenheid, wat in dit geval niet was aangetoond. De wrakingskamer concludeerde dat het indienen van het wrakingsverzoek misbruik van recht was, en dat een volgend verzoek tot wraking in de onderliggende procedure niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en aan alle betrokken partijen toegezonden.