ECLI:NL:RBDHA:2017:16331

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2017
Publicatiedatum
20 februari 2018
Zaaknummer
C/09/532757 / FA RK 17-3798
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en vereisten voor DNA-rapport

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 november 2017, is het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige Zeciri behandeld. De moeder, die de minderjarige heeft gebaard, heeft het verzoek ingediend, waarbij zij werd bijgestaan door haar advocaat, mr. N. Nijenhuis-Kloosterboer. De man, die de biologische vader blijkt te zijn volgens een DNA-rapport, heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het DNA-rapport dat met meer dan 99,999% zekerheid aantoont dat de man de biologische vader is van de minderjarige.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, die van Montenegro is, en de man, die de Nederlandse nationaliteit heeft, onder Nederlands recht vallen. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de moeder binnen de wettelijke termijn van vijf jaar na de geboorte van de minderjarige het verzoek heeft ingediend. De rechtbank heeft ook de eisen voor het DNA-rapport beoordeeld en geconcludeerd dat het rapport voldoet aan de gestelde eisen, inclusief de ondertekening door de huisarts die het DNA-materiaal heeft afgenomen.

De rechtbank heeft uiteindelijk het vaderschap van de man over de minderjarige vastgesteld, de bijzondere curator ontslagen van haar functie, en de wijziging van de achternaam van de minderjarige naar die van de man goedgekeurd. De beschikking is uitgesproken door mr. J.M. Vink, kinderrechter, en mr. J.J. Runderkamp als griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 17-3798
Zaaknummer: C/09/532757
Datum beschikking: 30 november 2017

Gerechtelijke vaststelling ouderschap

Beschikking op het op 19 mei 2017 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

de moeder,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
advocaat mr. N. Nijenhuis-Kloosterboer te Deventer.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende] ,

de man,
wonende te [woonplaats] .
en

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

de minderjarige (hierna: [minderjarige] ),
in rechte vertegenwoordigd door mr. I. Aardoom-Fuchs, advocaat te Gouda,
in de hoedanigheid van bijzondere curator.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, waarbij stukken zijn overgelegd die na te melden feiten ondersteunen;
- het verslag van bevindingen d.d. 11 juli 2017 van de bijzondere curator;
- de reactie van de moeder d.d. 25 juli 2017 op het verslag van bevindingen;
- de schriftelijke verklaring van de man d.d. 27 mei 2017 inhoudende dat hij instemt met toewijzing van het verzoek, althans geen verweer wenst te voeren, en verklaart geen gebruik te willen maken van zijn recht om door de rechter te worden gehoord.
Op 19 oktober 2017 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder met haar advocaat, de man en de bijzondere curator
.Van de zijde van de moeder is een nader stuk overgelegd, te weten een brief d.d. 5 juli 2016 van DDC DNA Diagnostics Center (DDC) met bijlagen, waaronder een origineel DNA-rapport.
Na de terechtzitting heeft de rechtbank ontvangen:
- het F9-formulier d.d. 30 oktober 2017 met bijlagen van de zijde van de moeder;
- het F9-formulier d.d. 20 november 2017 met bijlagen van de zijde van de moeder.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over [minderjarige] , voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

Feiten

- Uit de moeder is [minderjarige] geboren.
- [minderjarige] is niet erkend.
- De moeder heeft van rechtswege het gezag over [minderjarige] .
- De moeder stelt dat zij Burger van Montenegro is. Zij is vanwege het ontbreken van een geldige verblijfstitel niet ingeschreven in de basisregistratie personen.
- De man heeft in elk geval de Nederlandse nationaliteit.
- Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 1 juni 2017 is mr. I. Aardoom-Fuchs voornoemd benoemd tot bijzondere curator teneinde [minderjarige] ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te vertegenwoordigen.
- Uit genoemd rapport van DNA-onderzoek blijkt met meer dan 99,999% zekerheid dat de man de biologische vader is van [minderjarige] .

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe.
Uit artikel 10:97 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de vraag of en onder welke voorwaarden het vaderschap van een man gerechtelijk kan worden vastgesteld, wordt beantwoord aan de hand van het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de man en de moeder. Indien dit ontbreekt, is toepasselijk het recht van de staat van hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats, of indien ook dit ontbreekt, het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind. Uit lid 2 van voornoemd artikel volgt dat voor de toepassing van het eerste lid het tijdstip van de indiening van het verzoek bepalend is.
De rechtbank gaat ervan uit dat de moeder Burger is van Montenegro.
Gelet hierop past de rechtbank op het verzoek Nederlands recht toe, zijnde het recht van de staat van de gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de man en de moeder.
Ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 1:207 lid 3 BW wordt een verzoek tot vaststelling ouderschap ingediend door de moeder binnen vijf jaren na de geboorte van het kind. De moeder kan derhalve in haar verzoek worden ontvangen.
Inhoudelijke overwegingen
Ter terechtzitting is de vraag aan de orde gesteld of het overgelegde DNA-rapport voldoet aan de eisen die de rechtbank daaraan stelt, zoals genoemd in de beschikking van deze rechtbank van 6 september 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:11153. De rechtbank heeft de moeder in de gelegenheid gesteld om dit nader te onderbouwen. Daartoe zijn door de moeder genoemde stukken van 30 oktober en 20 november 2017 overgelegd.
De moeder en de man zijn van mening dat het overgelegde rapport aan de vereisten voldoet. Daartoe voeren zij aan dat de begeleidende brief van DDC is ondertekend door [naam] , hetgeen in genoemde beschikking niet het geval was. Voorts voeren zij aan dat duidelijk is dat de huisarts het DNA-materiaal heeft afgenomen en dat er foto’s als bijlagen achter het rapport zijn gevoegd, waarop is te zien door wie en bij wie er DNA-materiaal is afgenomen. Ten slotte voeren zij aan dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst in de procedure omtrent het verblijf van de moeder in Nederland uitgaat van de rechtsgeldigheid van het DNA-rapport en dat de rechtbank Den Haag, vestigingsplaats [plaatsnaam] , op basis van het rapport overweegt dat sprake is van een biologische relatie tussen de man en [minderjarige] .
Ook de bijzondere curator is van mening dat het DNA-rapport aan de vereisten voldoet. Het DNA-materiaal is afgenomen door een huisarts. Bovendien is het in het belang van [minderjarige] dat het vaderschap van de man wordt vastgesteld.
De rechtbank is van oordeel dat het overgelegde DNA-rapport voldoet aan genoemde vereisten. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Bij het DNA-rapport is een begeleidende brief overgelegd, op briefpapier van DDC te Vlaardingen, die is ondertekend door [naam] , van het Team DNA-test. Achter deze brief is als eerste een ‘Client Identificatie en Toestemming Formulier’ gevoegd, op briefpapier van DDC te Fairfield, Ohio, USA, dat door partijen is ondertekend. Voorts is daarop een ‘Verklaring Afnemer’ vermeld, in dit geval zijnde [naam] huisarts te [woonplaats] , waarin de afnemer verklaart de identiteit van de geteste personen te hebben vastgesteld, de monsters te hebben afgenomen, verpakt en verzegeld en getuige te zijn geweest van de ondertekening. Ook wordt in de verklaring bevestigd dat de monsters niet zijn gemanipuleerd terwijl zij onder controle van de afnemer waren.
Achter het ‘Client Identificatie en Toestemming Formulier’ is het ‘DNA Test Report’ gevoegd, op briefpapier van DDC te Fairfield, Ohio, USA. Op dit rapport is vermeld dat DDC is geaccrediteerd aan de hand van de criteria, onder meer genoemd in de ISO/IEC 17025. Voorts verwijzen de test nummers (Test No.) naar de stickers die bij de geteste personen zijn geplakt op het ‘Client Identificatie en Toestemming Formulier’. Daarnaast is het ‘DNA Test Report’ ondertekend door [naam] , Notary Public in Ohio, USA en door [naam] ., directeur van het laboratorium, die verklaart dat de interpretatie van de resultaten zoals gerapporteerd, correct is. Nu uit het overgelegde rapport van DNA-onderzoek blijkt dat met meer dan 99,999% zekerheid is aangetoond dat de man de verwekker is van [minderjarige] en van overige bezwaren als bedoeld in artikel 1:207 BW niet is gebleken, ligt het verzoek betreffende vaststelling van het vaderschap voor toewijzing gereed.
Uit de te nemen beslissing volgt dat vertegenwoordiging van [minderjarige] door de bijzondere curator niet meer nodig is. De rechtbank zal de bijzondere curator daarom ontslaan uit haar functie.
De moeder en de man verklaren in de reactie op het verslag van bevindingen van de bijzondere curator dat na de vaststelling van het vaderschap van de man de achternaam van [minderjarige] wordt gewijzigd van [geslachtsnaam moeder] in [geslachtsnaam man] .
Nu de aard van de zaak zich verzet tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beschikking, zal de rechtbank dit achterwege laten.

Beslissing

De rechtbank:
stelt vast het vaderschap van:
[belanghebbende] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Joegoslavië),
over:
Zeciri, [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
uit:
[verzoekster] , volgens de geboorteakte van de minderjarige [minderjarige] , geboren op
[geboortedatum] ;
stelt vast dat de verklaring van de man en de moeder luidt dat de minderjarige de geslachtsnaam van de man zal dragen;
ontslaat de bijzondere curator van haar functie als bijzondere curator over [minderjarige] ;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, tevens kinderrechter, bijgestaan door
mr. J.J. Runderkamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 november 2017.