ECLI:NL:RBDHA:2017:14926
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- H.N. Pabbruwe
- Rechtspraak.nl
Beslag op en/of-rekening en herkomst saldo in strafrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 december 2017 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster, bijgestaan door haar advocaat mr. C.W. Flokstra. Het klaagschrift betrof de teruggave van € 5.000,- die in beslag was genomen op een 'en/of-rekening' in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen een verdachte, [belanghebbende]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift tijdig was ingediend en dat de raadkamer bevoegd was om het beklag te behandelen. Tijdens de zitting op 12 december 2017 is klaagster gehoord, terwijl de belanghebbende niet verschenen was.
De rechtbank heeft het strafdossier bestudeerd en geconcludeerd dat het beslag op de 'en/of-rekening' niet kan worden aangemerkt als beslag op het vermogen van een derde, zoals bedoeld in artikel 94a, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank oordeelt dat het totale saldo van een 'en/of-rekening' vatbaar is voor beslag, mits de beslagene als rechthebbende over het gehele saldo zou kunnen beschikken. De herkomst van het saldo is in dit geval niet relevant, aangezien klaagster heeft verklaard dat zij het geld ter beschikking heeft gesteld voor gemeenschappelijke kosten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beklag ongegrond verklaard, met de conclusie dat de herkomst van de € 5.000,- op de 'en/of-rekening' niet meer relevant is. De beslissing is genomen door mr. H.N. Pabbruwe, rechter, in aanwezigheid van mrs. A.A.M. Doornekamp en M. van Haalem, griffiers.