Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 november 2017 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
- Bij onherroepelijke vonnis van de politierechter te Maastricht van 15 mei 1996 is veroordeeld tot een geldboete wegens het beschadigen van auto's;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 14 oktober 1998 is veroordeeld tot een geldboete vanwege het beschadigen van goederen;
- Bij onherroepelijk arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 28 mei 1999 is veroordeeld voor ontucht met een minderjarige en huisvredebreuk tot zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 21 maart 2001 is veroordeeld tot een geldboete wegens vernielingen van goederen;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Dordrecht van 11 juni 2001 is veroordeeld tot een geldboete wegens winkeldiefstal;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Middelburg van 15 augustus 2001 is veroordeeld tot 200 uur werkstraf vanwege poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 14 juni 2005 veroordeeld tot 16 uur werkstraf wegens het beschadigen van auto's en wederspannigheid (meermalen gepleegd);
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 11 april 2007 voor het meermalen plegen van wederspannigheid tot een werkstraf van 40 uur
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 22 maart 2010 tot 1 week voorwaardelijke gevangenisstraf wegens mishandeling en tot 80 uur werkstraf vanwege vernielingen;
- Bij onherroepelijk vonnis van de meervoudige strafkamer te Maastricht van 26 juli 2010 voor diefstal uit een woning, mishandeling en aantasting van de persoonlijke integriteit tot 5 maanden gevangenisstraf (waarvan 2 maanden voorwaardelijk);
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 4 april 2012 tot 18 en 14 uur werkstraf voor vernielingen van goederen;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 13 juli 2012 wegens mishandeling tot 24 uur werkstraf;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 13 mei 2015 tot 1 week voorwaardelijke gevangenisstraf vanwege diefstal;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 1 september 2015 wegens winkeldiefstal tot 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf met onder meer als bijzondere voorwaarde verplichte (ambulante) behandeling voor verslavingsproblematiek;
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 23 november 2015 voor winkeldiefstal tot 1 week voorwaardelijke gevangenisstraf; en
- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Maastricht van 10 oktober 2016 tot 1 week voorwaardelijke gevangenisstraf vanwege diefstal.
Intrekking van de verblijfsvergunning asiel
Artikel 14, eerste lid, van de Kwalificatierichtlijn bepaalt met betrekking tot verzoeken om internationale bescherming die zijn ingediend na de inwerkingtreding van Richtlijn 2004/83/EG, dat de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land wordt beëindigd of niet wordt verlengd indien hij volgens de criteria van artikel 11 geen vluchteling meer is.
Artikel 14, vierde lid, van de Kwalificatierichtlijn, voor zover hier van belang, bepaalt dat de lidstaten de aan een vluchteling verleende status kunnen intrekken wanneer hij een gevaar vormt voor de samenleving van die lidstaat omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 990,00.