Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
BESLISSING
,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 november 2017 uitspraak gedaan in het verzet tegen een eerder uitgesproken faillissement van de schuldenaar, dat op 14 november 2017 was uitgesproken. De schuldenaar heeft verzet aangetekend tegen dit faillissement, met als argument dat er een betalingsregeling was getroffen met de aanvrager van het faillissement. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar niet langer in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, omdat er overeenstemming was bereikt over de voorwaarden waaronder het faillissement kon worden vernietigd. De rechtbank heeft de betalingsregeling, die was goedgekeurd door zowel de aanvrager als de curator, in haar beoordeling betrokken. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar in staat was zijn betalingen te hervatten, wat leidde tot de conclusie dat het faillissement gegrond kon worden verklaard. De rechtbank heeft het faillissement van 14 november 2017 vernietigd en de kosten van de curator en de faillissementsaanvraag ten laste van de schuldenaar gebracht.