3.5De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
hij op 13 november 2015 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(vrachtauto met oplegger), daarmede rijdende over de weg, de rijksweg A4,
zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval
heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
als volgt te handelen:
- hij heeft aldaar gereden terwijl hij niet voldoende aandacht voor het
verkeer en de verkeersituatie ter plaatse heeft gehad en (vervolgens)
- hij heeft aldaar rijdende, ongeveer 925 meter voor de plaats van het
ongeval, geen gevolg gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod
inhoudt, immers in strijd met een elektronisch signaleringsbord conform model
A3 van bijlage I van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op
welk bord een maximumsnelheid van toegestane snelheid 70 kilometer per uur
was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van 85 kilometer per uur,
en (vervolgens)
- hij heeft aldaar rijdende, ongeveer 425 meter voor de plaats van het
ongeval, geen gevolg gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod
inhoudt, immers in strijd met een elektronische signaleringsbord conform model
A3 van bijlage I van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op
welk bord een maximumsnelheid van toegestane snelheid 50 kilometer per uur
was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van 85 kilometer per uur,
en (vervolgens)
- hij heeft de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig geregeld dat hij
in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de
afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is
hij tegen een op die weg aldaar bevindende motorrijtuig (auto)
gebotst, waardoor een ander [slachtoffer 1] werd gedood en een ander
[slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten: een aantal
gebroken ribben en een klaplong en schedel/hersenletsel is ontstaan.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.