ECLI:NL:RBDHA:2017:14235
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Afghaanse nationaliteit met beroep op bekering tot het christendom en risico op schending van artikel 3 EVRM
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2017 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag van eiser, een man van Afghaanse nationaliteit, die stelt te zijn bekeerd tot het christendom. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 november 2017 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser over zijn bekering als ongeloofwaardig beoordeeld. Eiser kon niet voldoende gedetailleerd uitleggen waarom hij zich tot het christendom had bekeerd en gaf vage antwoorden over zijn geloofsbeleving. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet ten onrechte had geconcludeerd dat er geen reëel risico op schending van artikel 3 van het EVRM bestond bij terugkeer naar Afghanistan. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie en oordeelde dat de algehele veiligheidssituatie in Afghanistan niet zodanig was verslechterd dat eiser een reëel risico op ernstige schade liep. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.