ECLI:NL:RBDHA:2017:13319
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nadeelcompensatie voor viskiosk zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, de exploitant van een viskiosk, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had een aanvraag om nadeelcompensatie ingediend na de afwijzing van haar verzoek door verweerder. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet beschikte over de benodigde vergunningen voor de exploitatie van de viskiosk, wat leidde tot handhavend optreden door verweerder. Eiseres had in 2016 een verzoek om nadeelcompensatie ingediend, waarbij zij stelde dat de dagwaarde van haar container € 68.750,- bedroeg. Verweerder had echter het verzoek afgewezen, stellende dat de handhaving een normale maatschappelijke ontwikkeling betrof.
De rechtbank overwoog dat eiseres weliswaar in het bezit was van een marktvergunning, maar niet van de vereiste containervergunning, die aan de vorige eigenaar was verleend. Dit gebrek aan vergunningen maakte het voor verweerder voorzienbaar om handhavend op te treden. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de noodzaak van de containervergunning en dat dit niet duidelijk was gemaakt bij de overname van de kiosk. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres, gezien haar samenwerking met de vorige eigenaar, op de hoogte had moeten zijn van de vereiste vergunningen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.