Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 augustus 2017 met producties 1 t/m 7;
- de op 4 september 2017 bij de griffie ingekomen brief met kostenopgave alsmede een nieuwe productie 5 van Avelon Fashion, ter vervanging van de bij dagvaarding toegezonden productie 5;
- de op 22 september 2017 bij de griffie ingekomen producties 1 t/m 23 van [gedaagde] ;
- de op 29 september 2017 bij de griffie ingekomen producties 8 t/m 19 van Avelon Fashion;
- de op 9 oktober 2017 ingekomen brief met producties 24 t/m 34 van [gedaagde] ;
- de op 13 oktober 2017 bij de griffie als productie 35 ingekomen aanvullende kostenopgave van [gedaagde] ;
- de op 13 oktober 2017 bij de griffie ingekomen aanvullende kostenopgave van Avelon Fashion;
- de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 13 oktober 2017 door Avelon Fashion en [gedaagde] overgelegde pleitnota’s.
2.De feiten
alle intellectuele eigendomsrechten van Gefailleerde, voor over deze overdraagbaar zijn, daaronder begrepen de merknaam Avelon en de websites (…) en de ontwerpen van de Gefailleerde.”
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
The designer” van alle Avelon-collecties wordt gepresenteerd. Voorts heeft hij een afdruk van een uitnodiging overgelegd met betrekking tot de main-collectie in de Avelon Showroom in Parijs, met de tekst: “
[gedaagde] would like to invite you to view his SS’17 MAIN collection at our Paris showroom. 29th of September till 4th of October”. Dit vormen aanwijzingen dat in de markt niet alleen in algemene zin bekend is (gemaakt) dat [gedaagde] de ontwerper van de collecties onder het label Avelon is, maar tevens dat dat ten aanzien van de openbaarmaking van de collectie, waaraan [gedaagde] voorts zelf gestalte heeft gegeven, tot uitdrukking is gebracht. Avelon Fashion stelt daar feitelijk slecht tegenover dat de voor de collectie gebruikte orderboeken en de labels op de (sample)kledingstukken uitsluitend van de naam Avelon zijn voorzien. Dat is in het licht van het voorgaande echter onvoldoende om van de toepasselijkheid van artikel 8 Aw uit te gaan. Haar beroep op dit artikel faalt daarom.