ECLI:NL:RBDHA:2017:13003

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
10 november 2017
Zaaknummer
AWB - 17 _ 4857
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod wegens gebrek aan contact met advocaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 september 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, een Tunesische vreemdeling, was in kennis gesteld van een terugkeerbesluit en een inreisverbod door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 juli 2017 werd echter duidelijk dat de gemachtigde van eiser al enige tijd geen contact meer had gehad met zijn cliënt en tevergeefs probeerde contact te leggen. De rechtbank overwoog dat eiser kennelijk geen prijs stelde op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij geen contact met zijn gemachtigde had onderhouden. Hierdoor ontbrak het eiser aan een rechtens te beschermen belang bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaarde het beroep dan ook niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L.E. Bakels, in aanwezigheid van griffier mr. J.C. de Grauw. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 17/4857

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 september 2017 in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S. Singh),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Nieuwenhuys).

Procesverloop

Bij besluit van 1 maart 2017 is eiser in kennis gesteld van het feit dat hij Nederland onmiddellijk dient te verlaten, zoals bedoeld in artikel 62 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) (het terugkeerbesluit). Tevens is hem bij dezelfde kennisgeving een inreisverbod opgelegd, zoals bedoeld in artikel 66a, eerste lid, van de Vw 2000, voor de duur van twee jaar (het inreisverbod).
Eiser heeft tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2017.
Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1988 en heeft de Tunesische nationaliteit. Eiser verblijft als vreemdeling in Nederland.
2. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting aangegeven dat hij al enige tijd geen contact meer heeft gehad met zijn cliënt en al zes weken tevergeefs met hem in contact probeert te komen.
3. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 11 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:534), overweegt de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs stelt op een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod, nu hij geen contact met zijn gemachtigde heeft onderhouden. Eiser heeft daarom geen rechtens te beschermen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep.
4. Om die reden verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, rechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 september 2017.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.