ECLI:NL:RBDHA:2017:12532
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Guineese nationaliteit niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Guineese nationaliteit. Eiser had op 13 april 2017 een asielaanvraag ingediend, maar de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, aangezien eiser op illegale wijze via Italië de buitengrens van de EU heeft overschreden. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij minderjarig is en dat hij niet naar Italië kan worden overgedragen vanwege de slechte opvangomstandigheden daar.
Tijdens de zitting op 22 augustus 2017 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat eiser meerderjarig is, gebaseerd op informatie uit Italië, Zwitserland en Duitsland. Eiser heeft geen authentieke documenten overgelegd die zijn minderjarigheid kunnen onderbouwen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de situatie in Italië niet zodanig is dat overdracht aan dat land in strijd is met de mensenrechten. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de opvangomstandigheden in Italië zo slecht zijn dat dit een belemmering vormt voor zijn overdracht.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling heeft genomen en dat de overdracht aan Italië rechtmatig is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.