7.3.De rechtbank is van oordeel dat verweerder de gestelde lesbische geaardheid van eiseres en de daaruit voortvloeiende problemen niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Zo heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eiseres over het proces van bewustwording en zelfacceptatie op een aantal punten vaag, weinig diepgaand en tegenstrijdig heeft verklaard. Eiseres heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe het anders voelde met vrouwen dan met mannen en ook wordt niet duidelijk hoe eiseres zeker wist dat ze op vrouwen viel. Dat ze bij de vader van haar kind geen gevoelens ervaarde, maakt nog niet dat eiseres alleen op vrouwen valt. Eiseres geeft aan dat ze haar lesbische geaardheid realiseerde toen ze met de vader van haar kind was, terwijl ze later verklaart dat ze pas in Nederland definitief merkte niet op mannen te vallen. De relatie met een Ghanese vrouw zou de bepalende gebeurtenis geweest zijn. Tegelijkertijd geeft eiseres aan dat ze het definitief wist, toen zij tijdens het voorspel met een Nederlandse, blanke man geen connectie voelde. Het is opmerkelijk dat eiseres in Nederland een liefdesrelatie met een man heeft gehad, nu het voor haar al sinds het contact met haar man duidelijk zou zijn geweest dat ze op vrouwen viel. Ook verhoudt het hebben van een liefdesrelatie en intiem contact met haar buurmeisje zich niet met de verklaring van eiseres dat zij op dat moment nog in een ontkenningsfase verkeerde. Dat ze dacht dat het een fase was en wel voorbij zou gaan, maakt nog niet inzichtelijk waarom eiseres een relatie met haar buurmeisje is aangegaan. Het proces van zelfacceptie is niet inzichtelijk gemaakt. Enerzijds verklaart eiseres dat zij problemen met haar lesbische geaardheid had en het verschrikkelijk vond, anderzijds verklaart zij dat ze het voor zichzelf wel accepteerde en geen twijfels had. Hoe het kan dat eiseres ondanks dat ze er problemen mee had, geen twijfels had, is niet duidelijk. Eiseres verklaart dat er een duivel in haar zat en dat ze zich slecht voelde vanwege de buitenwereld die ook invloed op haar innerlijke welbevinden had. Het duurde bovendien lang en het was niet eenvoudig te accepteren. Dit past echter niet in het beeld dat ze het zich voor zichzelf al geaccepteerd had en niet twijfelde.
Voorts overweegt verweerder niet ten onrechte dat eiseres onvoldoende inzicht heeft gegeven in (het ontstaan van) haar relaties in Zimbabwe en in Nederland. Eiseres heeft niet duidelijk weten te maken hoe de gestelde relatie met het buurmeisje zich heeft ontwikkeld van een spel naar een intieme liefdesrelatie. Gelet op de lange duur van de relatie mag verwacht worden dat eiseres meer inzicht kan geven in de ontwikkeling en het verloop van de relatie en het proces van dichter tot elkaar komen. Bevreemdend is dat eiseres nooit met haar vriendin over haar geaardheid zou hebben gesproken. Dat eiseres hier geen woorden voor had, verklaart nog niet dat ze in hun langdurige relatie, gelet ook op de omstandigheid dat ze betrapt zijn, hierover nimmer hebben gesproken. Bevreemdend is ook dat eiseres, voordat ze een relatie met de Ghanese vrouw kreeg, in Nederland onenightstands heeft gehad. Op dat moment worstelde zij met haar lesbische geaardheid en durfde er nog niet voor uit te komen. Bovendien wist zij op dat moment ook nog niet dat er in Nederland een vrijer klimaat bestaat voor homoseksuelen. Ze heeft immers verklaard dat ze daar pas achter is gekomen op het moment dat ze naar [plaats 1] verhuisde en een relatie met de Ghanese vrouw kreeg. Eiseres heeft ook weinig inzicht in het ontstaan en het verloop van haar relaties in Nederland kunnen geven. Hoe deze relaties zich hebben ontwikkeld van een vriendschap naar een liefdesrelatie, blijft onduidelijk. Eiseres maakt ook niet duidelijk hoe zij er in het verleden mee om is gegaan dat ze zich aangetrokken voelde tot vrouwen, maar het tegelijkertijd moeilijk vond om tegen de vrouwen met wie ze een relatie had te vertellen dat ze zich tot hen aangetrokken voelde. Dat haar huidige vriendin, [persoon B], een verblijfsvergunning heeft gekregen op basis van haar lesbische geaardheid, maakt op zichzelf nog niet dat de lesbische geaardheid van eiseres ook geloofwaardig is. De rechtbank overweegt dat de verklaringen van een partner of derden evenals foto’s en een lidmaatschapspas van een LHBT-organisatie wel degelijk kunnen bijdragen aan de geloofwaardigheid van de gestelde lesbische geaardheid, maar onverlet laten dat de vreemdeling (ook) tegenover verweerder overtuigende verklaringen af moet kunnen leggen over zijn seksuele geaardheid en het bewustwordings- en acceptatieproces. Het is aldus allereerst aan eiseres om haar lesbische geaardheid aannemelijk te maken. Gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen, is eiseres hierin niet geslaagd. Aan de door eiseres overgelegde lidmaatschapspas van Out en Proud, de verklaring van COC Zwolle connected van 19 oktober 2017, de foto’s en het rapport van het gehoor van [persoon B] wordt daarom niet de waarde gehecht die eiseres eraan hecht.
Verweerder heeft in de beoordeling betrokken dat eiseres kennis heeft omtrent een LHBT-organisatie hier te lande, maar dat kennis omtrent uitgaansgelegenheden en organisaties betrekkelijk eenvoudig te verkrijgen is. Verweerder overweegt niet ten onrechte dat het daarmee geen sterke indicatie is voor de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres over haar lesbische geaardheid.
Verweerder heeft niet ingezien dat eiseres haar gestelde lesbische geaardheid niet tijdens haar vorige asielaanvraag naar voren heeft gebracht. Dat eiseres tijdens haar eerste asielaanvraag niet naar voren heeft durven brengen dat zij lesbisch is, volgt verweerder, gelet op de positie van LHBT-ers in haar land van herkomst, wel. Ten tijde van de tweede asielaanvraag was eiseres echter al lange tijd in Nederland, stelt zij homogelegenheden bezocht te hebben en was zij inmiddels op de hoogte van het vrijere klimaat voor homoseksuelen in Nederland. Verweerder heeft deze omstandigheid niet ten onrechte in zijn beoordeling betrokken. Dat eiseres psychische klachten heeft en dat het onder die omstandigheden moeilijk voor haar was om voor haar lesbische geaardheid uit te komen, volgt de rechtbank, maar dit maakt nog niet dat eiseres van haar geaardheid geen melding heeft kunnen maken tijdens haar tweede asielaanvraag.
Verweerder heeft reeds op grond van het bovenstaande, de lesbische geaardheid van eiseres ongeloofwaardig kunnen achten en daarom kan hetgeen verder door eiseres in beroep is aangevoerd, buiten beschouwing blijven.
8. Nu verweerder de aanvraag van eiseres als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, heeft verweerder reeds op basis hiervan de voor een vreemdeling geldende vertrektermijn van vier weken kunnen verkorten. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. In de door eiseres aangevoerde omstandigheid dat verweerder de beslistermijn heeft overschreden en er derhalve kennelijk geen belang bij heeft om eiseres zo snel mogelijk uit te zetten, heeft verweerder geen bijzondere, individuele omstandigheid hoeven zien om hiervan af te zien. Hetzelfde geldt voor de door eiseres in beroep aangevoerde omstandigheid dat zij onder medische behandeling staat en dat het abrupt beëindigen hiervan ernstige consequenties met zich mee kan brengen. De rechtbank overweegt dat uit het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) van 21 september 2017 blijkt dat eiseres medische klachten heeft waarvoor zij onder medische behandeling staat. Daarentegen verwacht het BMA geen medische noodsituatie op de korte termijn bij het uitblijven van deze medische behandeling en wordt eiseres in staat geacht om te reizen.
9. Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht de aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel afgewezen.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.