In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft de eisende partij, CARGO EXPRESS SERVICE COMPANY LIMITED, gevestigd te Bangkok, Thailand, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De procedure begon met een dagvaarding op 24 augustus 2017, waarna op 6 september 2017 verstek werd verleend tegen de gedaagde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een kleine verschrijving in de naam van de gedaagde in de dagvaarding was, maar dat deze geen invloed heeft gehad op de verdediging van de gedaagde.
De zaak betreft een onverschuldigde betaling die heeft plaatsgevonden na een fraude waarbij het e-mailaccount van de schuldeiser was gehackt. De eiseres heeft een factuur betaald op de Nederlandse bankrekening van de gedaagde, in plaats van op de rekening van de schuldeiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat, omdat de gedaagde in Nederland woont, de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de relevante Europese regelgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Nederlandse recht van toepassing is op de onverschuldigde betaling, aangezien de schade zich in Nederland heeft voorgedaan. De vorderingen van de eiseres zijn toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 68.011,03, vermeerderd met wettelijke rente, en € 1.815,-- aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.110,46. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2017 door mr. M.J. Alt-van Endt.