Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] ,
[B],
[C],
[D],
[E],
[F],
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 december 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord, met productie,
- het tussenvonnis van 8 maart 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 23 augustus 2017.
2.De feiten
250 m2(…) gelegen
[adres] huisnummer [nr 1] te [woonplaats]met de - voor zover aanwezig - daarop in aanbouw zijnde opstallen (..).
Buitenwanden:
Artikel 4
artikel 5 Staat van de onroerende zaak, gebruik
- De buitenwanden van de woonwagen, bestaande uit een lichte houtachtige opbouw voldoen niet aan het gestelde in het Bouwbesluit 2003, waar een minimale warmteweerstand vereist wordt van 2.0 m²K/W. De huidige wandopbouw komt slechts aan een weerstand van Rc 1.30 m²K/W.
- De nu aanwezige schimmelvorming en condensatie op de koudste vlakken van wanden en de kunststof buitenkozijnen is een direct gevolg van de onvoldoende warmteweerstand van de wanden. Zeker in relatie tot de hoogwaardige HR++ beglazing ontstaat al snel condensvorming en schimmel op de overgang kozijn en wand
- Voor zover is vastgesteld kunnen worden, komen de tekeningen behorende tot de bouwvergunning alsmede de technische beschrijving niet overeen met wat werd gebouwd
- Voor zover is vastgesteld kunnen worden, ontbreekt geheel of gedeeltelijk de dampremmende laag aan de warme zijde van de buitenwanden. Als gevolg hiervan, ontstaan door de daaruit volgende terugloop in warmteweerstand van de buitenwanden, extra energieverliezen alsmede op den duur aantasting en houtrot in deze wanden
- De warmteverdeling in de woning, welke door middel van convectieradiatoren plaatsvindt, voldoet vooral in de woonkamer voor wat betreft warmteverdeling zeker niet aan de te stellen eisen. De woonkamer voldoet daarmee ook niet aan de normaal te verwachten “behaaglijkheid” uitgangspunten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de warmteweerstand van de buitenwanden Rc 1.30 m²K/W bedraagt en daarmee niet voldoet aan de minimale warmteweerstandseis die in het Bouwbesluit 2003 wordt gesteld;
- de dampremmende laag aan de warme zijde van de buitenwanden (gedeeltelijk) ontbreekt, waardoor extra energieverlies en optreedt en het hout van de wand wordt aangetast;
- de warmteverdeling door de convectieradiatoren in de woonwagen niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.
kenbaarwaren geweest en waarover hij een koper alsdan had kunnen informeren. Dit geschil heeft echter betrekking op een verborgen constructief gebrek in de buitenwand van de woonwagen dat pas na onderzoek door Taurus in 2015 aan het licht is gekomen. Zoals volgt uit hetgeen in
alledoor [A] c.s. geleden schade, is niet komen vast te staan, aangezien niet kan worden vastgesteld dat alle schade die [A] c.s. stellen te hebben ondervonden in causaal verband staat met de wanprestatie van Stek en/of volledig vergoedbaar is. Dat staat echter niet aan afgifte van een verklaring voor recht in de weg. Een redelijke uitleg van het petitum brengt immers mee dat daarin - subsidiair - besloten ligt dat voor recht wordt verklaard dat Stek jegens [A] c.s. (elk afzonderlijk) aansprakelijk is voor de schade die zij (opnieuw elk afzonderlijk) als gevolg van de toerekenbare tekortkoming van Stek hebben geleden, zulks met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke regels. Het meerdere (aansprakelijkheid voor alle schade) omvat immers ook het mindere (aansprakelijkheid voor de schade die op grond van de wet voor vergoeding in aanmerking komt). De rechtbank zal de gevorderde verklaring daarom op de hierna in het dictum geformuleerde wijze toewijzen.