Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2017 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 oktober 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, een Marokkaanse vreemdeling. Eiser was in bewaring gesteld op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank heeft vastgesteld dat de grondslag voor de bewaring niet onrechtmatig was, ondanks dat eiser aanvoerde dat de maatregel op een onjuiste wettelijke grondslag berustte. De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden voor bewaring op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b, inhoudelijk gelijk zijn, en dat eiser niet benadeeld was door de keuze voor de grondslag van artikel 59b.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de maatregel van bewaring op een juiste wijze was gemotiveerd door verweerder, die had aangetoond dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser verworpen en geoordeeld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was opgelegd. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.