ECLI:NL:RBDHA:2017:12253
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering Wajong-uitkering en toeslag na inkomsten uit zelfstandige werkzaamheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de terugvordering van een Wajong-uitkering. Eiseres ontving een Wajong-uitkering en een toeslag ingevolge de Toeslagenwet (TW), maar heeft naast deze uitkering inkomsten uit zelfstandige werkzaamheden genoten, waarvan zij geen melding heeft gemaakt. De Uwv heeft op basis van een strafrechtelijk onderzoek en een proces-verbaal van de politie vastgesteld dat eiseres sinds 1 januari 2009 inkomsten heeft genoten uit prostitutie. Dit leidde tot de primaire besluiten van 31 mei 2016, waarbij de uitkering en de toeslag zijn beëindigd en teruggevorderd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de terugvordering terecht is. De rechtbank stelt vast dat eiseres redelijkerwijs had moeten begrijpen dat haar inkomsten invloed hadden op haar uitkering. De rechtbank wijst erop dat de Uwv bevoegd is om de in aanmerking te nemen inkomsten op een redelijke wijze te schatten als de werkelijke inkomsten niet meer te bepalen zijn. Eiseres heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat van de terugvordering wordt afgezien. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de terugvordering van de Wajong-uitkering en de toeslag.