Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaardingen van 10 en 11 december 2015 met producties 1 t/m 49;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van de Universiteit van 4 mei 2016 met producties U-1 t/m U-3;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, (subsidiair) houdende vordering tot niet-ontvankelijkheidverklaring, (meer subsidiair) tot oproeping in vrijwaring van Heijmans van 4 mei 2017 met producties H-1 t/m H-13;
- de conclusie van antwoord van Engie van 1 juni 2016 in de incidenten zijdens Heijmans, tevens in incident zijdens de Universiteit met productie 50;
- het vonnis van 13 juli 2016, waarbij aan de Universiteit is toegestaan Heijmans en Arcadis in vrijwaring op te roepen en aan Heijmans is toegestaan de Universiteit in vrijwaring op te roepen;
- de conclusie van antwoord van de Universiteit met producties U-1 t/m U-56;
- de conclusie van antwoord van Heijmans met producties H-14 t/m H-17;
- de akte overlegging productie van 24 augustus 2016 met (juiste) productie 21 van Engie;
- het tussenvonnis van 30 november 2016, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de brief van Heijmans van 11 april 2017 met producties 18 t/m 27;
- de akte overlegging producties van Engie van 29 juni 2017 met producties 42 (gecorrigeerd) en 51 t/m 54 ;
- de akte overlegging producties hoofdzaak van 29 juni 2017 met producties U62 en U63 van de Universiteit ;
- de nadere akte in de hoofdzaak van de Universiteit van 29 juni 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 juni 2017;
- de ter comparitie van 29 juni 2017 door partijen voorgedragen pleitnotities.
- de dagvaarding van 16 augustus 2016 met producties 1 t/m 10 van de Universiteit;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring van Heijmans tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie met 4 producties;
- het tussenvonnis van 30 november, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende akte in conventie van de Universiteit ;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 juni 2017;
- de ter comparitie van 29 juni 2017 door partijen voorgedragen pleitnotities.
- de dagvaarding van 16 augustus 2016 van de Universiteit;
- de akte houdende overlegging producties van de Universiteit van 24 augustus 2016 met producties Uv-1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring met producties A 1 t/m A 5 van Arcadis;
- het tussenvonnis van 30 november 2016, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de akte houdende overlegging producties met productie Uv-6 van de Universiteit van 29 juni 2017 ;
2.De feiten
Inleiding
2. Contracteringsmethode(…)
- Eventuele aanvullende kosten voor de opdrachtgever, architect, adviseur(s) en nevenaannemer(s) als gevolg van genoemde wijzigingen.
- De kosten van controlewerkzaamheden, het vervaardigen van nieuwe en/of het wijzigen van bestaande (constructie) tekeningen en/of berekeningen als gevolg van genoemde wijzigingen.
het BIM model[mocht]
beschouwen als een contract document en er derhalve vanuit mocht gaan dat uitgetrokken hoeveelheden, hoogten e.a. informatie uit het BIM model 100% correct is’, heeft de Universiteit in de 1e nota van inlichtingen geantwoord: ‘
Nee, het BIM model is geen contractdocument. Deze is ter informatie meegestuurd. U kunt geen aanspraak maken op afwijkende uitgetrokken hoeveelheden uit het BIM model.’
verklaring Engie en wat er aan vooraf ging’nader ingegaan op het verloop van Fase A. Fase A werd afgerond met de opdracht voor Fase B die op 8 juli 2013 is getekend. Engie heeft voor haar werk in Fase A een vergoeding ontvangen van € 225.000.
in de detail engineeringsfase voor het optimaliseren van verschillende tracés en mogelijke posities van kabels en leidingen binnen de tracés en binnen de bouwkundige uitgangspunten modulebouw toe te passen’, waarbij bepaald is dat de Universiteit geen enkele verantwoordelijkheid voor toepassing van modules draagt en derhalve geen meerkosten of vertragingen accepteert. Het oorspronkelijke bestekontwerp tezamen met de 4e nota van inlichtingen, waarin wijzigingen op het oorspronkelijk bestekontwerp zijn opgenomen, vormen het ‘Uitvoeringsbestek’ dat uitgangpunt was voor de opdracht aan Engie en Heijmans voor Fase B. De oorspronkelijke aanneemsom van Engie van € 22.500.000 voor Fase B is als gevolg van de wijzigingen in het oorspronkelijke bestekontwerp verhoogd naar € 23.498.800 exclusief BTW.
nog schroom om basisberekeningen en de gehanteerde besteksuitgangspunten aan Cofely te verstrekken. Cofely heeft, door het ontbreken van gedegen basisberekeningen, hierdoor meer vragen en besprekingen nodig om de essentie en uitwerking van het bestek te begrijpen en het bestek te kunnen toetsen. Dit past volgens ons niet in de samenwerking zoals we voor ogen hadden en legt onnodig veel druk op de planning van Fase A.
- “Teken technische clashes” die geen verdere actie behoeven (ca. 4960 stuks - 62%) in deze fase;
- Clashes “op te lossen in de werktekening fase” (ca. 2560 stuks – 32%);
- Clashes ter bespreking. (ca. 84 stuks – 6%) waarvan er 11 gebieden, vandaag, zijn behandeld.
- Gebied Necem
- Schacht met brandklep
- Kabelgoten in kanaalcollegezaal (4x)
- Installatie rondom de kop van de noodtrap (13x)
Met de uitwerking van de recente verdiepingen/gebieden (na de zomervakantie 2014) is gebleken dat door de uitkomsten van detailberekeningen diameters wijzigen, installaties moeilijker zijn in te passen, componenten moeten worden toegevoegd waardoor van diverse ruimten de coördinatie opnieuw gestart moet worden. De installatie is daarmee op delen niet maakbaar volgens het bestek en er worden hiervoor andere oplossingen uitgedacht, welke zijn weergegeven op de (te maken) werktekeningen.
Zoals gesteld is na fase A gestart met de detailengineering en bleek tot de zomervakantie van 2014 het werken met BIM en de uitwerking van de detailengineering, inclusief de bekende clashes, lastiger te zijn dan verwacht. Ook speelde er in deze periode reeds enkele, vooral gevraagde, veranderingen, waaronder PW 34.
3.Het geschil
Het geschil in de hoofdzaak
- ii) in de kosten van het geding, alsmede nakosten;
- iii) (i) en (ii) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van de uitspraak.
:
€ 390.000
4.De beoordeling
voor veel onderdelen wordt, ook na aandringen, de (hoofd)berekeningen, met inbegrip van de daarin gestelde en gehanteerde randvoorwaarden, door adviseur niet verstrekt. Op basis van de (hoofd) berekeningen zijn de keuzes voor opdrachtgever/adviseur bepaald ten aanzien van diverse componenten en systemen. Cofely heeft deze niet kunnen controleren en kan hiervoor dan ook niet verantwoordelijk zijn; alsmede componentenselecties volgend uit de (hoofd) berekeningen en het ontwerp aldus reeds gedaan door adviseur op basis van deze (hoofd)berekeningen.