ECLI:NL:RBDHA:2017:11675
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvragen op basis van onduidelijkheid over vermogenspositie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan in de zaken AWB - 15_9188 en 15_9189, waarin eisers, die sinds 2001 bijstand ontvingen, hun aanvragen om bijstand ingevolge de Participatiewet (Pw) zagen afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eisers geen duidelijkheid hebben verschaft over de verkoopopbrengst van twee appartementen in Turkije, die op hun naam geregistreerd stonden. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht de aanvragen om bijstand had afgewezen, omdat de vermogenspositie van eisers niet kon worden vastgesteld door de onduidelijkheid over hun financiële situatie. De rechtbank stelde vast dat eisers niet aan hun inlichtingenverplichting hadden voldaan, zoals voorgeschreven in artikel 17 van de Pw, en dat zij niet met objectieve gegevens konden aantonen dat zij niet over de verkoopopbrengst van de appartementen konden beschikken. De rechtbank concludeerde dat de beroepen ongegrond waren en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Centrale Raad van Beroep.