ECLI:NL:RBDHA:2017:11482
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid van seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 september 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraanse man, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij stelt dat hij vanwege zijn seksuele geaardheid gevaar loopt in Iran. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 19 september 2017 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser over zijn seksuele geaardheid en de problemen die hij in Iran heeft ondervonden beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de elementen van eisers asielrelaas, met uitzondering van zijn identiteit en nationaliteit, ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij homoseksueel is en dat hij in Iran gevaar loopt. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank wijst erop dat eiser niet in staat is geweest om zijn proces van bewustwording en zelfacceptatie van zijn seksuele geaardheid inzichtelijk te maken, wat cruciaal is voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.