ECLI:NL:RBDHA:2017:11360
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid van Frankrijk en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak hebben eisers, van Georgische nationaliteit, een asielaanvraag ingediend die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet in behandeling is genomen, omdat Frankrijk als verantwoordelijke lidstaat op grond van de Dublinverordening is aangewezen. Eisers betogen dat Frankrijk niet langer aan zijn verplichtingen voldoet en verwijzen naar rapporten van de Asylum Information Database (AIDA) uit 2015 en 2017, waarin tekortkomingen in de opvang van asielzoekers in Frankrijk worden beschreven. De rechtbank oordeelt echter dat eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat hen in Frankrijk geen opvang zal worden geboden. De rechtbank stelt vast dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat men ervan uitgaat dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen nakomt. De rechtbank wijst erop dat de IND terughoudend moet zijn in het gebruik van de bevoegdheid om asielverzoeken te behandelen, tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat de verantwoordelijke lidstaat zijn verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat de situatie in Frankrijk niet zodanig is verslechterd dat dit het interstatelijk vertrouwensbeginsel in twijfel trekt. De beroepen van eisers worden ongegrond verklaard.