Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
CELLTRION INC.,
1.de vennootschap naar vreemd recht F. HOFFMANN-LA ROCHE AG,
BIOGEN INC.,
GENENTECH INC.,
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 25 mei 2016 waarbij Celltrion verlof is verleend om te procederen volgens het Versneld Regime in Octrooizaken;
- de dagvaarding van 8 juni 2016;
- de akte houdende overlegging producties van 19 oktober 2016 zijdens Celltrion, met producties 1-36;
- de conclusie van antwoord van 28 december 2016, met producties 1-27;
- de akte houdende overlegging nadere producties, tevens wijziging van eis, zijdens Celltrion van 5 april 2017, met producties 38-43;
- de akte houdende overlegging producties zijdens gedaagden van 5 april 2017, met producties 28-30;
- de akte houdende overlegging reactieve producties zijdens Celltrion van 4 mei 2017, met producties 44-53;
- de akte houdende overlegging reactieve producties zijdens gedaagden van 4 mei 2017, met producties 31-34, waarbij tevens bezwaar is gemaakt tegen de bij akte van 5 april 2017 geformuleerde wijziging van eis;
- de nadere akte zijdens Celltrion van 2 juni 2017, met productie 54;
- de per e-mail van 24 mei 2017 toegezonden vertaling van productie 54 zijdens Celltrion;
2.De feiten
partijen
“Method for Treating Joint Damage”. Het octrooi heeft – kort gezegd – betrekking op een behandelingsregime voor gewrichtsbeschadiging bij de ziekte reumatoïde artritis (RA) voor een specifieke patiëntenpopulatie, namelijk patiënten die onvoldoende reageerden op één of meer TNFα-remmers en die ten minste één eerdere rituximab-kuur hebben ondergaan. De conclusies van het octrooi als verleend luiden in de oorspronkelijke Engelse taal als volgt:
“Employee Proprietary Information and Inventions and Dispute Resolution Agreement”. In deze overeenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevoegdheid
“Protection of the Company’s Intellectual Property and Goodwill” [9] onderscheid maakt tussen enerzijds een
active assignmentwaarbij een recht automatisch overgaat van de werknemer op de werkgever (“
I hereby assign”, artikel 5) en anderzijds de
promise to assigndie slechts een verbintenis schept tussen de werknemer en zijn werkgever om een recht over te dragen (“
I will assign”, artikel 10). Een
promise to assignhoudt geen rechtstreekse eigendomsovergang in. Daarvoor moet nog een aparte rechtshandeling worden uitgevoerd. Tussen partijen is voorts niet in geschil dat een dergelijke aparte rechtshandeling strekkende tot overdracht van het prioriteitsrecht met betrekking tot P1, niet of in ieder geval niet tijdig heeft plaatsgevonden.
priority right) komt immers als zodanig niet voor in de overeenkomst.
Proprietary Informationals genoemd in artikel 4 en 5, en ten aanzien waarvan een
active assignmentis overeengekomen. Dat betoog slaagt niet.
Proprietary Informationals informatie
‘nonpublic patent applications’, maar gepubliceerde octrooi-aanvragen of verleende octrooien niet genoemd worden: die twee laatstgenoemden zijn immers niet (langer) vertrouwelijk. Een prioriteitsrecht is van een geheel andere aard dan vertrouwelijke bedrijfsinformatie, zodat de rechtbank van oordeel is dat in ieder geval niet gezegd kan worden dat op basis van de tekst van artikel 4 moet worden aangenomen dat prioriteitsrechten behoren tot
Proprietary Information.
Proprietary Informationenerzijds en octrooien en andere rechten die daarmee samenhangen anderzijds:
all patents or other rights in connection therewith. [vetgedrukt toev. Rb.]
[patents or] other rights in connection therewith’in de zin van artikel 5 valt (alsmede in de identieke passage na de gedefinieerde term
Inventionsonder artikel 10, zie hierna), behoeft geen verdere toelichting en ligt ook al in de eigen stellingen van gedaagden besloten. [10] Hieruit blijkt voorts dat octrooien en
‘other rights in connection therewith’bij het opstellen van de overeenkomst niet over het hoofd zijn gezien, zodat – hoewel de hiervoor sub 4.9 aangehaalde opsomming niet limitatief is – geen aanleiding bestaat om aan te nemen dat deze in die opsomming ontbreken. Gelet op het voorgaande vallen prioriteitsrechten niet onder de definitie van
Proprietary Information.
‘non-public patent application’als bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst en dus behoort tot
Proprietary Information. [11] Dit betoog faalt reeds omdat een prioriteitsaanvrage niet hetzelfde is als een prioriteitsrecht. Een prioriteitsrecht wordt weliswaar verkregen met het doen van de eerste octrooi-aanvrage, maar is een zelfstandig recht dat ook zelfstandig dient te worden overgedragen. De rechtbank verwijst in dat verband naar Case Law, Boards of Appeal, European Patent Office, 2016 p. 369:
“According to T 205/14, it is generally accepted that the right of priority is transferable independently of the corresponding first application (…). It is thus an independent right until it is invoked for one or more later applications, to which it becomes an accessory, and it has to be distinguished from the right to the patent deriving either from substantive law or from the status of being the applicant of the first application”.
Proprietary Information, zijnde vertrouwelijke bedrijfsinformatie met commerciële waarde, en anderzijds octrooien en andere daarmee samenhangende rechten. Vervolgens dient beoordeeld te worden het betoog van gedaagden dat de
active assignmentdie is opgenomen in artikel 5, niet alleen ziet op
Proprietary Information, maar mede op prioriteitsrechten als behorende tot de groep met octrooien samenhangende rechten.
Proprietary Informationzijn onderwerp van de automatische overdracht die volgt uit de in artikel 5 opgenomen
active assignment.
Inventionsen daarmee geen onderwerp zijn van de in artikel 10 opgenomen
promise to assign, en dat, wanneer vervolgens gekeken wordt naar de bedoeling van partijen, blijkt dat partijen voor ogen hebben gehad dat prioriteitsrechten automatisch overgaan zodat – zo begrijpt de rechtbank het standpunt – het ervoor moet worden gehouden dat dat ook is gebeurd.
Inventionsals gedefinieerd in artikel 9. Immers, tot de
Inventionsals bedoeld in artikel 10 behoren
improvements,
inventions,
formulas,
biological materials,
processes,
techniques,
know-howen
data.De rechtbank is van oordeel dat de
Inventionszoals die hier zijn gedefinieerd, zien op uitvindingen en technologische kennis, en niet op een van een octrooi-aanvrage afgeleid prioriteitsrecht. De formulering van de eerste zin van artikel 10 geeft daaraan ook steun, nu
Inventionsdaar – net als
Proprietary Informationin artikel 5 – worden onderscheiden van octrooien en andere rechten die daarmee samenhangen.
active assignmentis overeengekomen, noch een
promise to assign,betekent niet dat vervolgens beoordeeld moet worden of partijen niet toch bedoeld hadden daaromtrent iets te regelen, en zo ja wat. Zoals hiervoor sub 4.4 is overwogen, wordt pas toegekomen aan de vraag naar uitleg van een bepaling in een overeenkomst, wanneer de tekst ervan onduidelijk is. Daarvan is in deze zaak, in ieder geval op dit punt, geen sprake nu bij de overeenkomst betrokken partijen destijds eenvoudigweg hebben nagelaten om een concrete afspraak te maken met betrekking tot overdracht van prioriteitsrechten.
patents and other rights in connection therewithmoge zo zijn, maar is iets anders dan dat het de bedoeling van partijen is geweest om dat te bewerkstelligen via een automatische overdracht. In artikel 10 van de overeenkomst worden aan de werknemer verplichtingen opgelegd ten aanzien van door hem te verlenen medewerking aan het verkrijgen en handhaven van octrooien. Deze verplichtingen zijn geformuleerd in de vorm van toezeggingen:
active assignmentdan wel
promise to assignhebben opgenomen en dat ten aanzien van
patents and other rights in connection therewithnu juist hebben nagelaten, lijkt een automatische overdracht daarvan ook niet de bedoeling van partijen te zijn geweest.