Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] ,
[B],
[C],
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juni 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 28 september 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 6 juni 2017 en alle daarin genoemde ontvangen stukken, waaronder de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- de brief van mr. de Sauvage Nolting van 22 juni 2017 met opmerkingen op het proces-verbaal,
- de brieven van mr. Köhne van 21 en 22 juni 2017 met opmerkingen op het proces-verbaal.
2.De feiten
Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage
F
927, 2023[bedoeld is: 2032, rb]
- 42
(terras)
KOOPOVEREENKOMST
[opmerking rechtbank: het verkochte zal hierna kortheidshalve ook worden aangeduid als: het hotel]
‘de bespiegeling van de door mij [ [A] . rechtbank] geraadpleegde notaris dat de grond onder de serre reeds door verjaring ons eigendom zou zijn geworden’.
maandag 1 februari 2016te staken door de grond vrij van opstallen etc. achter te laten (…).’
- B.V. Handels- en Exploitatie Maatschappij Sokos
- Hotel Exploitatiemaatschappij Corona B.V.
- Mevrouw [B]
- De heer [C]
- De heer Mr Drs [A] ’
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling (in conventie en in reconventie)
hoogstensop te maken dat er van de kant van de gemeente aan [A] en [B] een aanbod is gedaan om de grond onder de serre tegen een bedrag van € 60.825,- te kopen. In dit geval staat echter evenzeer vast dat de gemeente dit aanbod op 7 september 2015 heeft herroepen, terwijl niet is gebleken dat [A] en [B] het aanbod in de tussenliggende periode hebben aanvaard. Dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen, is dan ook niet gebleken. Overigens staat de thans aangevoerde grondslag haaks op de e-mail van [A] van 31 december 2015, waarin hij schrijft dat de gemeente abuis is dat hij in 2012 zou hebben aangegeven de grond te willen kopen of, anders, in erfpacht te verkrijgen (zie rov. 2.18).
‘te bewerkstelligen dat het eigendom van de gemeente gerespecteerd wordt’. Dit is een ruime opdracht, waaronder naar het oordeel van de rechtbank ook een vordering tot ontruiming en verwijdering van de op de gemeentegrond staande opstal mag worden geacht te vallen, nu deze vordering immers een noodzakelijk (dwang)middel is om te verzekeren en te bewerkstelligen dat het met het procesbesluit beoogde doel - ervoor te zorgen dat de gemeente weer over haar eigendom kan beschikken - wordt bereikt.
5.De beslissing
grondgelegen onder het overdekt terras aan de voorzijde van dit hotel, welke grond kadastraal uitmaakt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Den Haag sectie F nummer 2316;
grond;
grondte staken door die grond vrij van opstallen achter te laten, zodat deze door de gemeente als openbare weg kan worden ingericht;
grond zelf te ontruimen op kosten van [A] en [B] , indien deze niet uiterlijk binnen zes maanden na betekening van dit vonnis vrij van opstallen aan de gemeente ter beschikking is gesteld;