ECLI:NL:RBDHA:2017:11006
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.A. Rijksen
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse eiser in het kader van vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2017 uitspraak gedaan in een procedure waarbij de eiser, van Marokkaanse nationaliteit, in beroep ging tegen de voortduren van de maatregel van bewaring die op 2 april 2017 door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, zoals eerder beoordeeld in een uitspraak van 6 juli 2017. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat verweerder onvoldoende voortvarend had gehandeld in de uitzettingsprocedure, beoordeeld. Eiser voerde aan dat er onvoldoende zicht was op uitzetting en dat er slechts één vertrekgesprek had plaatsgevonden sinds de vorige uitspraak. Verweerder daarentegen stelde dat er voldoende voortvarend was gehandeld en dat de afspraken met de Marokkaanse autoriteiten werden nageleefd. De rechtbank concludeerde dat er geen specifieke omstandigheden waren die een afwijking van de gemaakte afspraken rechtvaardigden en dat er voldoende zicht op uitzetting was. De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van de eiser niet slagen en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.