Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] ,
1.[B ] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juni 2016;
- de op 13 juli 2016 door [A c.s.] in het geding gebrachte producties 1 t/m 8;
- de op 27 juli 2016 door [A c.s.] als productie 9 in het geding gebrachte akte domiciliekeuze;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 7 september 2016 met producties 1 t/m 12;
- het vonnis van 28 september 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de op 29 november 2016 ingekomen conclusie van antwoord in reconventie met producties 10 t/m 18;
- de brief namens [B c.s.] van 30 november 2016 met producties 13 t/m 16;
- de bij e-mail van 13 december 2016 als productie 17a toegezonden aanvullende proceskostenspecificatie van [B c.s.] ;
- de per fax bericht van 13 december 2016 toegezonden aanvullende kostenspecificatie van [B c.s.] ;
- het proces-verbaal van de op 15 december 2016 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
In this fair we introduce our new stunning concept design called Aimann collection in rustic modern minimalist. straight line modern look with traditional touch of rattan drawers and distress antique finished on doors. We brought all dining and living furniture sets in this fair. Amazing response from buyer and become our busy days during the fair and this collection being exclusive imp[orted] [1] distribute[d]
by Tower Living in Holland for the 1st time.”
You asked me about the ownership of the copyright concerning the Daan Collection.
is producing the Brian Collection of Mr. [A] (Tower Living) since 2013. Mr. [A] owns the copyright of the Brian Collection.
[…] also played his part in the design of the new collection.(…)
have agreed upon a joint copyright on the Daan Collection.”
nemen in aanmerking:
invoice, een
packing list, en een
bill of lading) met betrekking tot een levering van [X] aan Kolony van 137 meubelstukken. Alle documenten zijn gericht aan “
Kolony, [B ] , [adres] , [postcode] , [plaats] , The Netherlands”. Een deel van de geleverde meubels is omschreven als “Aimann”. De
invoice, ter hoogte van USD 23.717, is gedateerd 8 mei 2015.
3.Het geschil
verbonden ondernemingen’. Een levering aan Kolony, waarvan [B ] directeur/enig aandeelhouder is, moet dus worden aangemerkt als een handeling in strijd met de vaststellingsovereenkomst.
4.De beoordeling
bevoegdheid in conventie en reconventie
implicietetoestemming van de gezamenlijke rechthebbenden. Uitputting en de in dat verband vereiste toestemming, zijn Unierechtelijke begrippen. Uit de door het Hof van Justitie – in het kader van het merkenrecht – ontwikkelde ‘uitputtingsjurisprudentie’ [5] , volgt dat impliciete toestemming geacht wordt te zijn gegeven, wanneer sprake is van economische verbondenheid tussen de houder van het recht en degene die de voorwerpen in het verkeer heeft gebracht [6] . De ratio daarachter is dat de rechthebbende bij economische verbondenheid de mogelijkheid heeft om controle uit te oefenen op de exploitatie. Van economische verbondenheid is onder meer sprake wanneer de producten in het verkeer worden gebracht door dezelfde onderneming, door een licentiehouder, of door, kort gezegd, bedrijven die tot hetzelfde concern behoren [7] . Deze merkenrechtelijke jurisprudentie is van overeenkomstige toepassing bij auteursrechtelijke en modelrechtelijke uitputting. Naar het oordeel van de rechtbank is in het geval van mede-gerechtigden in het algemeen sprake van economische verbondenheid omdat zij het recht gezamenlijk exploiteren of daartoe andersluidende afspraken maken, zodat zij daarop invloed kunnen uitoefenen. Ook in dit geval is sprake van economische verbondenheid tussen [X] en [A] . Zij hebben, naar [A c.s.] heeft gesteld, afspraken gemaakt over de exploitatie van het gemeenschappelijk recht, in die zin dat [X] de meubels waarop de rechten rusten produceert en deze, afhankelijk van het territorium, hetzij rechtstreeks, hetzij, in ieder geval voor wat betreft de EER, exclusief via [A c.s.] , aan derden levert. Nu sprake is van economische verbondenheid, moet het in de handel brengen van de Kolony-meubels in beginsel worden geacht te zijn geschied met toestemming van [A] . Omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zijn door [A c.s.] – op wie ten aanzien van die mogelijke uitzonderingssituatie de stelplicht rust [8] – niet gesteld, noch is daarvan anderszins gebleken. Het niet naleven van de beheersovereenkomst door [X] , is daartoe onvoldoende; dit heeft geen auteursrechtelijke of modelrechtelijke derdenwerking. Het eventuele tekortschieten van [X] jegens [A c.s.] zal via de mogelijkheden die het verbintenissenrecht biedt, moeten worden opgelost.
Umfeld, niet in de weg staat aan de nieuwheid en het eigen karakter van de Daan-collectie. Gesteld noch gebleken is dat de
combinatievan de door [A c.s.] genoemde kenmerken, zoals hiervoor weergegeven, tezamen in één enkel meubel uit het gestelde vormgevingserfgoed is terug te vinden en daaraan zou zijn ontleend. De nieuwheid van de Daan-collectie is daarmee gegeven; de individuele door [B c.s.] als nieuwheids-schadend genoemde meubels, behoeven geen bespreking.
afbladderendewitte verf op geborsteld, midden-bruinkleurig hout. De niet-ingeschreven gemeenschapsmodellen van [A c.s.] verschillen daarmee in meer dan onbelangrijke details van het gestelde vormgevingserfgoed.