ECLI:NL:RBDHA:2017:10848
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing aanvraag voor medicijn darunavir op basis van vergewisplicht en Nigeriaanse regelgeving
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had een aanvraag ingediend voor toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, met het verzoek om het niet-geregistreerde medicijn darunavir beschikbaar te stellen bij zijn terugkeer naar Nigeria. De aanvraag was eerder afgewezen door verweerder, die stelde dat het medicijn beschikbaar was via een 'pre-authorization' procedure, ondanks dat het niet geregistreerd was bij de National Agency for Food and Drug Administration and Control (Nafdac) in Nigeria.
De rechtbank oordeelde dat verweerder in strijd met zijn vergewisplicht had gehandeld door geen nader onderzoek te verrichten naar de verkrijgbaarheid van darunavir in Nigeria. De rechtbank stelde vast dat de door eiser overgelegde richtlijnen en regelgeving duidelijk maakten dat geen medicijn in Nigeria mag worden geïmporteerd zonder registratie. De rechtbank vond het standpunt van verweerder onvoldoende onderbouwd, vooral omdat verweerder niet had aangetoond hoe de 'pre-authorization' procedure zich verhoudt tot de Nigeriaanse regelgeving. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
De rechtbank veroordeelde verweerder ook in de proceskosten van eiser, die op € 1.237,50 werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig te handelen bij het beoordelen van aanvragen voor niet-geregistreerde medicijnen, vooral in het licht van internationale en nationale regelgeving.