ECLI:NL:RBDHA:2017:10597

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2017
Publicatiedatum
18 september 2017
Zaaknummer
C/09/513246 / HA ZA 16-739
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake franchiseovereenkomsten en kostprijsbepaling in de uitzendbranche

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen eiseressen, waaronder [eiseres sub 1] en HN Driebergen, en gedaagden, waaronder Staffing Associates B.V. en HappyNurse Uitzendbureau B.V. De eiseressen vorderen betaling van bedragen die zij menen onterecht te hebben betaald aan Staffing Associates c.s. in verband met franchiseovereenkomsten die zij hebben gesloten voor de exploitatie van uitzendbureaus. De kern van het geschil betreft de uitleg van de kostprijs die door Staffing Associates c.s. aan de eiseressen in rekening is gebracht en of deze kostprijs reëel is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de franchiseovereenkomsten bepalingen bevatten over de kostprijs en de verloningsmethodiek. Eiseressen stellen dat de door Staffing Associates c.s. in rekening gebrachte bedragen de werkelijke kostprijs overschrijden en dat zij daarom onverschuldigd hebben betaald. Gedaagden betwisten dit en stellen dat de kostprijs correct is berekend. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante bepalingen in de franchiseovereenkomsten, de correspondentie tussen partijen en eerdere uitspraken van het gerechtshof Den Haag over vergelijkbare kwesties. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is geleverd door eiseressen om aan te tonen dat de kostprijs die door Staffing Associates c.s. is gehanteerd excessief is. De zaak is verwezen naar de rol voor het benoemen van een deskundige die de werkelijke kosten en voorzieningen moet vaststellen. De rechtbank heeft verder beslist dat eiseressen ontvankelijk zijn in hun vorderingen ten behoeve van de ontbonden vennootschap.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/513246 / HA ZA 16-739
Vonnis van 30 augustus 2017
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HN DRIEBERGEN B.V.,
gevestigd te Woerden,
eiseressen,
advocaat mr. A. Fuijkschot te ’s-Hertogenbosch,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAFFING ASSOCIATES B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAPPYNURSE UITZENDBUREAU B.V.,
beide gevestigd te Den Haag,
gedaagden,
advocaat mr. A.M.A. Canta te Utrecht.
Eiseressen zullen hierna ieder afzonderlijk ‘ [eiseres sub 1] ’ en ‘HN Driebergen’ en gezamenlijk ‘ [eiseres sub 1] c.s.’ worden genoemd. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk ‘Staffing Associates’ en ‘HappyNurse’ en gezamenlijk ‘Staffing Associates c.s.’ worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 juni 2016, met producties 1 tot en met 16;
  • de conclusie van antwoord van 14 september 2016, met producties 1 tot en met 28;
  • het tussenvonnis van 5 oktober 2016 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
  • de akte uitlaten conclusie van antwoord tevens wijziging van eis en inbrengen producties van de zijde van [eiseres sub 1] c.s. van 12 mei 2017, met producties 17 tot en met 19;
  • de akte inbrenging producties van de zijde van [eiseres sub 1] c.s. van 12 mei 2017, met producties 20 tot en met 24;
  • de antwoordakte, tevens houdende akte inbrengen producties, van de zijde van Staffing Associates c.s. met producties 29 tot en met 40;
  • het proces-verbaal van comparitie van 12 mei 2017.
1.2.
Het proces-verbaal van de comparitie is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft. Partijen hebben daarvan gebruik gemaakt, [eiseres sub 1] c.s. bij brief van 6 juni 2017 en Staffing Associates c.s. bij brief van 6 juni 2017. Deze correspondentie maakt onderdeel uit van het procesdossier.
1.3.
Ten slotte is de datum voor vonnis nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Staffing Associates is een franchisegever in de uitzendbranche. Zij maakt het derden mogelijk om, gebruikmakend van één van haar franchiseformules, een eigen uitzendbureau te starten. De HappyNurse formule is één van de franchiseformules.
2.2.
HappyNurse is een dochteronderneming van Staffing Associates. Zij exploiteert de HappyNurse franchiseformule, door middel van uitgifte van uitzendbureaus in franchise aan zelfstandige ondernemers, de franchisenemers. Namens HappyNurse treden deze franchisenemers binnen de zorgsector op als arbeidsbemiddelaar in tijdelijk en vast personeel. De franchisenemers bieden uitzend- en detacheringskrachten aan, bemiddelen ZZP-ers en werven en selecteren ook vaste medewerkers voor zorginstellingen. Het personeel dat wordt bemiddeld door de franchisenemers krijgt een arbeidsovereenkomst met HappyNurse en wordt door haar verloond. HappyNurse factureert de inleners voor de gewerkte uren van de door hen ingeleende uitzendkrachten en zorgt voor kredietverzekering, financiering van werkkapitaal en de incassering van haar facturen. Na het inhouden van een franchisefee, betaalt HappyNurse de van de inleners ontvangen bedragen door aan de franchisenemers.
Voor de communicatie met franchisenemers maakt HappyNurse gebruik van een intranet, Stassnet genaamd.
In de beginjaren van de exploitatie van de HappyNurse formule werden de contracten met franchisenemers gesloten door Staffing Associates, later door HappyNurse zelf. Waar in dit vonnis HappyNurse wordt genoemd, wordt hiermee, voor zover noodzakelijk omdat de contracten met Staffing Associates zijn gesloten, ook Staffing Associates bedoeld.
franchiseovereenkomsten
2.3.
Op 17 september 2010 heeft [eiseres sub 1] een franchiseovereenkomst gesloten met Staffing Associates voor het gebruik van de HappyNurse formule voor de exploitatie van een uitzendbureau in Woerden. De franchiseovereenkomst is op 1 november 2010 ingegaan en op 19 april 2015 met wederzijds goedvinden beëindigd.
2.4.
Op 27 oktober 2011 heeft de vennootschap onder firma [de vof]
(hierna: de vof) met Staffing Associates een franchiseovereenkomst gesloten voor het gebruik van de HappyNurse formule voor de exploitatie van een uitzendbureau in Driebergen voor de duur van 5 jaar, met ingang van 1 november 2011.
2.5.
De samenwerking tussen [eiseres sub 1] en [A] is in april 2013 door ontbinding van de vof beëindigd. De vof is per 28 mei 2013 uitgeschreven uit het handelsregister. Vanwege de ontbinding van de vof heeft Staffing Associates de franchiseovereenkomst met de vof met ingang van 1 juni 2013 beëindigd.
2.6.
De onderneming van de vof is ingebracht in HN Driebergen, die de onderneming vanaf 24 mei 2013 heeft voortgezet. [eiseres sub 1] is bestuurder van HN Driebergen. Op 21 juni 2013 is een franchiseovereenkomst gesloten tussen HappyNurse Franchise B.V., rechtsvoorgangster van HappyNurse, en HN Driebergen. Ook deze franchiseovereenkomst is op 19 april 2015 met wederzijds goedvinden beëindigd.
2.7.
De franchiseovereenkomsten bevatten – voor zover van belang – de volgende bepalingen:
"(….)
Definities
(….)
b.
Brutomarge: het door de Staffing Associates-groep ter zake van het ter beschikking stellen van uitzendkrachten aan cliënten gefactureerde uurtarief per uitzendkracht, verminderd met de kostprijs van de desbetreffende uitzendkracht berekend op basis van de wettelijke bepalingen en voorzieningen voor risico van contractverplichtingen als gevolg van de CAO en wettelijke bepalingen, alsmede verminderd met een eventueel aan de opdrachtgevers toe te kennen kwantumkorting. Eventueel toegekende loonsubsidies die als doel hebben de kostprijs van de desbetreffende uitzendkracht te verlagen worden eveneens toebedeeld aan de brutomarge.
(…)
Artikel 12 Prijsvorming
12.1
Franchisenemer zal de aan de opdrachtgevers te berekenen brutomarge zelfstandig vaststellen. Franchisenemer is verplicht de loonsomkostprijs-omrekeningsfactor van Staffing Associates-groep te hanteren, welke opgenomen is in het automatiseringssysteem.
(….)
Artikel 14 Administratie en beheer
14.1
De administratie van franchisenemer met betrekking tot de door bemiddeling van franchisenemer tot stand gebrachte uitzendingen en detacheringen wordt door franchisegever op de navolgende onderdelen uitgevoerd:
a. het verlonen van de werkbriefjes welke wekelijks door uitzendkrachten bij franchisenemer worden ingeleverd
b. het uitbetalen van het salaris aan de uitzendkrachten, welke door franchisenemer zijn bemiddeld, op basis van de door franchisenemer bij franchisegever aangeleverde werkbriefjes op de wijze zoals weergegeven in de handboeken
c. het factureren aan opdrachtgevers, aan wie door bemiddeling van franchisenemer uitzendkrachten zijn geleverd
d. het innen van facturen, welke franchisegever aan opdrachtgevers heeft verzonden
(…)
14.3
Franchisenemer heeft het recht om jaarlijks controle te laten uitoefenen door een door hem aan te wijzen registeraccountant op de verloning, welke franchisegever voor franchisenemer verricht. Indien en voor zover evenwel de (geconsolideerde) jaarrekening van franchisegever over enig boekjaar is vastgesteld en door de accountant van franchisegever is goedgekeurd, staan de door franchisegever gehanteerde verloningsmethodiek en de financiële consequenties daarvan ook tussen franchisenemer en franchisegever onherroepelijk vast en kunnen deze derhalve niet meer door franchisenemer ter discussie worden gesteld.
(…)
Artikel 19 Vergoedingen
19.1
Franchisenemer is aan franchisegever verschuldigd:
a) een entreebedrag groot € 5.000,- excl. BTW, te betalen bij inwerkingtreding van deze overeenkomst tegen afgifte van een factuur;
b) een vaste vergoeding van € 200,- per week;
c) een franchisefee van 28% van de door franchisenemer gerealiseerde bruto marge per jaar;
d) een vergoeding van 1,24% over de omzet inclusief B.T.W. voor incassowerkzaamheden, voorfinanciering en risicoverzekering van debiteuren, als bedoeld in artikel 16.4 (…)
Artikel 20 Betaling
20.1
In de eerste week na iedere verloningsweek verstrekt franchisegever aan franchisenemer een factuur; op deze factuur wordt aangegeven de aan franchisenemer toekomende resterende brutomarge, bestaande uit brutomarge welke franchisenemer bij opdrachtgevers gerealiseerd heeft, te verlagen met de in artikel 19 bedoelde verrekeningen. (…)”
onderlinge financiële afrekening
2.8.
De franchisenemers stellen zelfstandig het tarief voor het uit te lenen personeel vast. Dit tarief bestaat uit een kostprijs per werkuur van een uitzendkracht vermeerderd met een door de franchisenemer zelf te bepalen brutomarge. De kostprijs dienen de franchisenemers van HappyNurse zelf vast te stellen aan de hand van de loonsomkostprijs-omrekeningsfactor, de factor waarmee het bruto uurloon van een uitzendkracht dient te worden vermenigvuldigd om te komen tot de kostprijs per gewerkt uur. De loonsomkostprijs-omrekeningsfactor wordt jaarlijks door HappyNurse vastgesteld op basis van actuele werkgeverspremies, cao aanpassingen en werkgeversrisico’s.
2.9.
Bij het vaststellen van de loonsomkostprijs-omrekeneningsfactor wordt rekening gehouden met de volgende componenten:
wachtgeldcompensatie op basis van cao verplichtingen;
reserveringen op basis van cao verplichtingen;
vakantiebijslag op basis van cao verplichtingen;
werkgeverslasten op basis van de voor HappyNurse geldende premies;
contractverplichtingen op basis van aannames van HappyNurse (ziekte, leegloop en uitvoeringskosten).
uitvoeren contracten [eiseres sub 1] c.s.
2.10.
HappyNurse verrichtte de feitelijke uitvoering van de franchiseovereenkomsten van [eiseres sub 1] c.s. ten aanzien van het contracteren met uitzendkrachten en het verloningsproces. HappyNurse heeft de uitzendkrachten het hen toekomende loon betaald in overeenstemming met de geldende cao voor uitzendkrachten en in geval van ziekte een ziektewetuitkering. Iedere week betaalde HappyNurse de aan [eiseres sub 1] , de vof of HN Driebergen toekomende marge (artikel 20.1 van de franchiseovereenkomst). Dit bedrag bestond uit de door [eiseres sub 1] , de vof of HN Driebergen bij de opdrachtgever(s) gerealiseerde brutomarge, verlaagd met de in artikel 19.1 sub c en sub d van de franchiseovereenkomst bedoelde en aan HappyNurse toekomende vergoedingen (franchisefee).
afspraken beëindiging franchiseovereenkomsten
2.11.
Vooruitlopend op de beëindiging van de franchiseovereenkomsten tussen Staffing Associates en [eiseres sub 1] en tussen HappyNurse en HN Driebergen hebben partijen met elkaar gecorrespondeerd. In een e-mail van 30 juli 2015 van HappyNurse aan [eiseres sub 1] is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
Hieronder nog even een paar reacties op jouw punten, verder zie je aanpassingen in de overeenkomst (…)
Artikel 2:
Voorzover na ondertekening van deze beëindigingsovereenkomst blijkt dat nog sprake is van schulden ….. enz.
Dit kan er uit, het is inmiddels al 9 juli en dat zou nu nog wel duidelijk kunnen zijn!
[…] we laten dit graag zo staan. Er staat ‘voor zover, dus als het niet aan de orde is geldt het niet. I.v.m.. mogelijke onvoorziene financiële uitlooprisico’s, boetes en of andere aansprakelijkheden van FN moet dit wel in de overeenkomst staan.
(…)”
2.12.
In een e-mail van 16 augustus 2015 van [eiseres sub 1] aan HappyNurse is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“(….)
Wat betreft kilometer en eigen bijdrage van de gedetacheerde medewerkers die op kosten van HappyNurse Woerden en HappyNurse Driebergen een auto ter beschikking gesteld hebben gekregen, is er de gehele looptijd onterecht 28% marge ingehouden. Dit bedrag komt neer op € 19.937,97 exclusief BTW.”
2.13.
De afspraken over (de afwikkeling van) de beëindiging van de franchise-overeenkomsten tussen Staffing Associates en [eiseres sub 1] en tussen HappyNurse en HN Driebergen zijn opgenomen in beëindigingsovereenkomsten, die op 18 augustus 2015 zijn getekend. In deze overeenkomsten zijn – voor zover van belang – de volgende (gelijkluidende) bepalingen opgenomen:
“(…)
Artikel 2 Wederzijdse vorderingen
Franchisegever zal als laatste verloningsweek aanhouden week
16 van 2015.Tevens zullen alle uitzenduren die betrekking hebben op of voor
20 april 2015,voorzover nog niet uitgekeerd, van het jaar 2015 aan franchisenemer worden uitgekeerd onder inhouding van de contractueel overeengekomen vergoedingen.
Voorzover na ondertekening van deze Beëindigingsovereenkomst blijkt dat nog sprake is van vorderingen van Partijen over en weer uit hoofde van de Overeenkomst en beëindiging daarvan (de omvang van welke schulden per heden mogelijk nog niet geheel bekend zou kunnen zijn), komen Franchisenemer en Franchisegever overeen dat deze schulden alsnog door Franchisenemer binnen twee weken worden voldaan. (…)”
2.14.
In de beëindigingsovereenkomst tussen Staffing Associates en [eiseres sub 1] van 18 augustus 2015 is in artikel 5 – voor zover van belang – het volgende bepaald:

Artikel 5 Overige openstaande vordering op franchisenemer, verrekening
(….)
(…)
Franchisenemer heeft nog een openstaande vordering op Franchisegever ten bedrage van €
2.980,25EUR incl. BTW inzake openstaande marges week 16 2015. Franchisenemer heeft nog een openstaande vordering op Franchisegever ten bedrage van € 8.290,79 EUR incl. BTW inzake de eigen bijdrage m.b.t. leaseauto’s van 2011, 2012 en 2013. Berekening: 1.551 (2011) + 11.270 (2012) + 16.788,95 (2013) = 29.609,95 * 0,28 =
10.031,86 EUR incl. BTW.
Partijen gaan akkoord met onderlinge verrekening van voormelde bedragen in voormelde artikelen. Het nog resterende bedrag zal door Franchisenemer binnen 14 dagen na ondertekening van deze beëindigingsovereenkomst over worden gemaakt op bankrekeningnummer (…)”
2.15.
In de beëindigingsovereenkomst tussen HappyNurse en HN Driebergen van 18 augustus 2015 is – voor zover van belang – het volgende bepaald:

Artikel 5 Overige openstaande vordering op franchisenemer, verrekening
(….)
(…)
Franchisenemer heeft nog een openstaande vordering op Franchisegever ten bedrage van €
209,55EUR incl. BTW inzake de Eigen bijdrage lease-auto’s. (1.237 / 2 = 618,50 * 0,28 = 173,18) Franchisenemer heeft nog een openstaande vordering op Franchisegever ten bedrage van € 475,91 inzake openstaande marges week 16 2015.
Partijen gaan akkoord met onderlinge verrekening van voormelde bedragen in voormelde artikelen.”
2.16.
[eiseres sub 1] heeft met een factuur van 14 februari 2016, met bijlage, een bedrag van € 13.899,62 inclusief btw aan HappyNurse in rekening gebracht in verband met inhouding van een franchisefee van 28% over de kilometervergoeding voor het gebruik van de leaseauto’s door uitzendkrachten die bij de inleners in rekening is gebracht. HappyNurse heeft deze factuur niet betaald.
arrest gerechtshof Den Haag
2.17.
De franchiseovereenkomsten die HappyNurse sluit met de franchisenemers zijn materieel gelijk aan de franchiseovereenkomsten die een andere franchiseorganisatie, Olympia, sluit met haar franchisenemers. Het gerechtshof Den Haag heeft in een arrest van 12 januari 2016 in de zaak tussen J&P Consultants B.V. en Olympia Nederland B.V., ECLI:NL:GHDHA:2016:256 (hierna: het arrest), een oordeel gegeven over de door Olympia richting haar franchisenemers gehanteerde kostprijs. Het gerechtshof heeft onder meer het volgende overwogen:
“(….) Naar het oordeel van het hof heeft J&P in de gegeven omstandigheden het begrip kostprijs redelijkerwijs mogen opvatten als de werkelijke kosten die Olympia voor de bij haar in dienst zijnde uitzendkracht heeft moeten maken. In artikel 1 onder c is bepaald dat de kostprijs wordt berekend op basis van de wettelijke bepalingen en voorzieningen voor risico van contractverplichtingen als gevolg van de cao en wettelijke bepalingen. Het gaat hier om kosten die op zichzelf op een concreet bedrag bepaalbaar zijn. Voor zover het kosten betreft die niet reeds op voorhand, op het moment dat Olympia deze bij J&P in rekening brengt, concreet bepaalbaar zijn, staat het Olympia op zichzelf vrij daarvoor een redelijke voorziening – Olympia maakt een onderscheid tussen voorziening (op kosten waarvan op voorhand bekend is dat deze zullen worden gemaakt) en reservering (voor bepaalde risico’s); het hof verstaat onder voorziening tevens reservering – op te nemen en aan J&P door te berekenen; dat neemt niet weg dat die kosten wel achteraf bepaalbaar zijn. Ook indien J&P had moeten begrijpen dat bepaalde kosten bij wijze van voorziening in rekening zijn gebracht, mocht zij ervan uitgaan dat Olympia wat betreft de hoogte van de voorziening een reële inschatting zou maken aan de hand van de in het verleden gemaakte werkelijke kosten, zodat in het algemeen de voorziening de werkelijke kosten benadert.
Eventuele verschillen – zowel positieve als negatieve – tussen de voorziening en de werkelijke kosten, kan Olympia verdisconteren in de voor het volgend jaar, of zelfs eerder, opnieuw vast te stellen voorzieningen.
Dat brengt tevens mee dat indien de in rekening gebrachte voorzieningen structureel (substantieel) hoger zijn dan de werkelijke kostprijs, het meerdere, naar J&P terecht stelt, is betaald zonder dat daarvoor rechtsgrond bestond.
(….)
Het hof overweegt nog – ten overvloede – dat de door Olympia als voorziening voor de kostprijs in rekening gebrachte bedragen, voor zover deze bedragen achteraf bezien de werkelijke kostprijs overschrijden, zonder rechtsgrond, dus onverschuldigd zijn betaald. J&P is op de voet van artikel 6:203 lid 2 BW tevens gerechtigd deze bedragen als onverschuldigd betaald van Olympia terug te vorderen. (….)”
2.18.
[eiseres sub 1] heeft in een brief van 2 mei 2016 Staffing Associates gewezen op het arrest en zij heeft Staffing Associates verzocht [eiseres sub 1] inzicht te geven in de werkelijke kosten van de uitzendkrachten. Staffing Associates heeft [eiseres sub 1] laten weten hiertoe niet verplicht te zijn.
2.19.
Op 2 augustus 2016 hebben [eiseres sub 1] c.s. mr. [X] , jurist sociale zekerheid (hierna: [X] ), verzocht een oordeel te geven over de gehanteerde werkgeverslasten binnen de HappyNurse formule en te beoordelen of
HappyNurse een correcte berekening heeft uitgevoerd en opgesteld. Op basis van het door [X] opgestelde rapport hebben [eiseres sub 1] c.s. een dagvaarding uitgebracht en een bedrag van totaal ongeveer € 1.500.000 van Staffing Associates c.s. gevorderd.
2.20.
HappyNurse heeft PriceWaterhouseCoopers Belastingadviseurs B.V. (hierna: PwC) verzocht een onderzoek te doen naar de door HappyNurse gehanteerde kostprijs (berekening) en de hoogte (juistheid en aanvaardbaarheid) van de (alle) gehanteerde elementen en componenten binnen de kostprijs.
2.21.
PwC heeft in 2016 voor Staffing Associates c.s. de hoogte (juistheid dan wel aanvaardbaarheid) van de componenten in de kostprijsberekening (A t/m E) van de voor 2016 opgenomen voorzieningen beoordeeld, waarbij zij de voorcalculatorische kostprijs heeft beoordeeld en niet de werkelijke kosten. In het van dit onderzoek opgestelde rapport, gedateerd 2 september 2016, is onder meer het volgende vermeld:
“(….)
Belangrijkste bevinding:Als uitgangspunt wordt de sectorale premie gehanteerd van de uitzendbranche, en deze wordt verhoogd met een opslag omdat HappyNurse in de gezondheidssector opereert. Deze verhoging is opvallend gezien de sectorale premie van de gezondheidszorg die veel lager ligt dan de premie voor de sector 52 en in lijn ligt met het gemiddelde van de markt. We merken wel op dat deze premies niet één-op-éen te vergelijken zijn door onder andere de subsidie die verwerkt is bij sector 52 en de verschillen in verhouding vast-tijdelijk dienstverband. Desalniettemin is de onderbouwing van deze verhoging niet geheel logisch en vraagt dit om een nadere beschouwing.
(…)
Conclusie
Uit ons onderzoek op de genoemde componenten concluderen wij inzake de juistheid, dan wel aanvaardbaarheid van de gehanteerde componenten van de kostprijsberekening het volgende:
Component A wordt door HappyNurse toegepast als onderdeel van component E. Om deze reden hebben wij component A beoordeeld als onderdeel van Component E. Uit ons onderzoek van de componenten B t/m D concluderen wij dat componenten B en C in overeenstemming zijn met de betreffende wettelijke en cao-bepalingen en dat voor deze componenten wordt aangesloten bij de voorbeeldkostprijsberekening zoals de ABU heeft opgesteld.
De wettelijke per cao verplichte onderdelen in component D zijn in overeenstemming met de betreffende wettelijke cao-bepalingen. Voor de overige onderdelen binnen component D, zoals pensioen, ZW aanvulling en dergelijke wordt aangesloten bij de voorbeeldkostprijsberekening zoals de ABU heeft opgesteld. Wij zien geen reden om aan te nemen dat de kostprijsopbouw voor component D onjuist is.
Uit ons onderzoek blijkt dat de gehanteerde opslag voor kosten voor ziekte, leegloop en uitvoeringskosten (component E) op totaalniveau in lijn is met de ons ter beschikking staande onderliggende informatie. Als gevolg hiervan zien wij geen reden aan te nemen dat de opslag voor deze componenten te hoog is vastgesteld en achten wij de gehanteerde opslag voor component E aanvaardbaar.
Uit ons onderzoek blijkt dat de afdracht van de premies werknemersverzekeringen over periode 6 van 2016 juist is gedaan. (…)”
2.22.
Op 28 maart 2017 heeft Flexknowledge op verzoek van de advocaat van [eiseres sub 1] c.s. een rapport opgesteld over de kostprijsberekening door HappyNurse.
Naar aanleiding van dit rapport hebben [eiseres sub 1] c.s. hun eis verminderd. In dit rapport is onder meer het volgende vermeld:
“(…..)
Wij hebben voor de opbouw van de kostprijs zoals die door HappyNurse wordt gehanteerd, gebruik gemaakt van een rapport van PWC dat op verzoek van HappyNurse is opgesteld om de kostprijsberekening van HappyNurse te beoordelen.
(….)
Wat ons heeft verbaasd, is dat PWC niet ingaat op de werkelijke kosten die door HappyNurse zijn gemaakt, terwijl HappyNurse (en daarmee ook de opdrachtnemer PWC) als enige exact over die kosten beschikt. Dus als het gaat over de werkelijke kostprijs, dan is het door PWC opgestelde document o.i. niet bruikbaar, zeker omdat er ook nog een aantal onjuistheden in het rapport zitten.
(…)
9.4
Conclusie
Wij onderschrijven de artikelen van [X] in hoofdlijnen, maar hebben wel op enkele punten kanttekeningen. De in de artikelen beschreven componenten die in zijn ogen bij de berekening betrokken zouden moeten worden, hebben wij in onze berekeningen opgenomen als wij de component onderdeel vonden van de kostprijs.
Maar ook nadat met dit alles rekening is gehouden, blijft er nog een groot bedrag aan teveel ingehouden kostprijs over. (…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres sub 1] c.s., vorderen na vermindering van eis, samengevat en bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van:
Staffing Associates tot betaling aan [eiseres sub 1] van € 217.769,80 aan hoofdsom en € 18.295,12 aan reeds verschuldigde rente tot en met 30 maart 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2017;
Staffing Associates tot betaling aan [eiseres sub 1] van € 13.899,62, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2016;
HappyNurse tot betaling van € 83.687,33 aan de ontbonden v.o.f. aan hoofdsom en € 8.179,89 aan reeds verschuldigde rente tot en met 30 maart 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2017;
HappyNurse tot betaling aan HN Driebergen van € 59.476,62 aan hoofdsom, € 3.949,38 aan reeds verschuldigde rente tot en met 30 maart 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2017;
Staffing Associates c.s. hoofdelijk in de proceskosten, met inbegrip van de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
[eiseres sub 1] c.s. stellen dat de door Staffing Associates c.s. via de kostprijs van de uitzendkrachten bij hen en de vof in rekening gebrachte bedragen, voor zover deze de werkelijke kostprijs overschrijden, zonder rechtsgrond en dus onverschuldigd zijn betaald. Zij stellen subsidiair dat Staffing Associates c.s. geen reële kostprijs in rekening hebben gebracht, en daarom jegens hen toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de franchiseovereenkomsten en gehouden zijn de als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden.
Meer subsidiair stellen [eiseres sub 1] c.s. dat Staffing Associates c.s. jegens hen toerekenbaar tekortgeschoten zijn in hun contractuele verplichtingen doordat zij zich het verschil tussen de bij [eiseres sub 1] , de vof en HN Driebergen ingehouden kostprijs en de werkelijke kosten van de uitzendkrachten hebben toegeëigend en niet aan hen hebben betaald.
Daarnaast stelt [eiseres sub 1] dat Staffing Associates ten onrechte een franchisefee van 28% (€ 13.899,62) heeft ingehouden over de kilometervergoeding die bij de inleners in rekening is gebracht. Dit bedrag dient als onverschuldigd betaald dan wel als schade ten gevolge van de tekortkoming door Staffing Associates te worden terugbetaald dan wel vergoed.
3.3.
Staffing Associates c.s. voeren – samengevat – het volgende verweer.
3.3.1.
[eiseres sub 1] en HN Driebergen hebben in de beëindigingsovereenkomsten aan HappyNurse finale kwijting verleend voor enige vordering op HappyNurse.
De vordering ter zake van de kilometervergoeding is vervallen op grond van de beëindigingsovereenkomst waarin [eiseres sub 1] HappyNurse finale kwijting heeft verleend dan wel op grond van artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst. Partijen zijn overeengekomen dat de gevorderde kilometervergoeding niet door HappyNurse zou worden betaald (zie artikel 5 lid 2 van de beëindigingsovereenkomst).
3.3.2.
De vorderingen van [eiseres sub 1] en HN Driebergen – voor zover deze zien op de boekjaren 2010 tot en met 2014 – moeten worden afgewezen op grond van artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst, aangezien hun aanspraken met de vaststelling van de jaarrekeningen, voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant van Staffing Associates c.s., over die jaren zijn vervallen.
De loonsomkostprijs-omrekeningsfactor en verloningsmethodiek was bij [eiseres sub 1] c.s. volledig bekend (o.a. via Stassnet), omdat zij met deze loonkostprijs-omrekeningsfactor dagelijks hebben gehandeld. De door HappyNurse gehanteerde kostprijsberekening is reëel, juist en aanvaardbaar (zie het rapport van PwC). Staffing Associates c.s. zijn niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens [eiseres sub 1] c.s.
Staffing Associates c.s. betwisten dat sprake is van toe-eigening van gelden, nu partijen zijn overeengekomen dat eventuele verschillen tussen de schade/kosten voor HappyNurse dan wel Staffing Associates zijn en de premies niet worden gerestitueerd of nageheven bij de franchisenemers.
3.3.3.
De vordering van de vof ziet op de jaren 2011 tot en met 2013 en is eveneens vervallen op grond van artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst. Waar de vof geen vordering heeft op HappyNurse heeft ook [eiseres sub 1] als vennoot/deelgenoot in de “gemeenschap van de ontbonden vof” geen vordering op HappyNurse. Voor zover de vof wel een vordering op HappyNurse heeft, geldt dat op basis van de gegevens uit het handelsregister van de KvK met betrekking tot de vof kan worden geconcludeerd dat geen sprake meer is van een gemeenschap. Voor zover nog wel sprake is van een gemeenschap, is een deelgenoot op grond van artikel 3:171 BW uitsluitend bevoegd tot het instellen van een vordering ten behoeve van de gemeenschap indien geen andere regeling is overeengekomen. Het is niet uitgesloten dat in een beheersregeling tussen de vennoten is overeengekomen dat [eiseres sub 1] niet zelfstandig bevoegd is tot het instellen van een rechtsvordering ten behoeve van de gemeenschap.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

finale kwijting?

4.1.
Anders dan Staffing Associates c.s. stellen, volgt uit de (tekst van de) beëindigings-overeenkomsten, naar het oordeel van de rechtbank, niet dat partijen voor enige vordering van [eiseres sub 1] en HN Driebergen op Staffing Associates respectievelijk HappyNurse finale kwijting zijn overeengekomen. Het woord kwijting wordt in de overeenkomsten niet genoemd en in artikel 2, waarnaar Staffing Associates c.s. verwijzen, is letterlijk opgenomen dat dit artikel partijen over en weer betreft. Staffing Associates c.s. hebben nog gewezen op de e-mail-correspondentie tussen [eiseres sub 1] en HappyNurse voorafgaand aan het ondertekenen van de beëindigingsovereenkomsten, maar deze kan hun evenmin baten. HappyNurse wenste uitdrukkelijk niet in te stemmen met het verlenen van finale kwijting aan franchisenemer, waarna partijen kennelijk artikel 2 hebben gewijzigd en zijn overeengekomen dat over en weer nog vorderingen kunnen bestaan. De e-mail van 30 juli 2015 van HappyNurse aan [eiseres sub 1] onderschrijft dat geen finale kwijting tussen partijen is overeengekomen. In het verlengde hiervan is de rechtbank van oordeel dat de vermelding in artikel 2, dat alleen Franchisenemer nog zal betalen, op een vergissing berust en dat dit gedeelte nog niet is aangepast naar aanleiding van de overeenstemming van partijen inzake de wederkerigheid van dit artikel.
kilometervergoeding
4.2.
[eiseres sub 1] vordert € 13.899,62 ter zake van een door Staffing Associates c.s. volgens haar ten onrechte ingehouden franchisefee over de kilometervergoeding die bij de inleners in rekening is gebracht. [eiseres sub 1] heeft in haar e-mail van 16 augustus 2015, waaruit de rechtbank onder 2.12 heeft geciteerd, een claim opgenomen van € 19.937,97. Tussen partijen is niet in geschil dat in dit bedrag ook het thans door [eiseres sub 1] gevorderde bedrag is opgenomen. Ten tijde van de onderhandelingen over de beëindigingsovereenkomst was de volledige claim van [eiseres sub 1] op dit punt dus bekend. Vervolgens is tussen Staffing Associates en [eiseres sub 1] in artikel 5 lid 2 van de beëindigingsovereenkomsten overeengekomen dat HappyNurse alleen het bedrag dat betrekking heeft op de eigen bijdrage van de uitzendkrachten met betrekking tot de leaseauto’s betaalt (€ 8.290,79 + € 173,18). Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [eiseres sub 1] afstand heeft gedaan van de claim die zij thans nogmaals vordert. Dit geldt te meer nu in artikel 2 van de beëindigingsovereenkomst alleen wordt verwezen naar vorderingen waarvan het bestaan pas na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst mogelijk blijkt. Dit betekent dat de vordering onder 3.1. onder b moet worden afgewezen.
kostprijs uitzendkrachten
artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst
4.3.
Staffing Associates c.s. hebben aangevoerd dat de discussie tussen partijen gaat om de verloningsmethodiek binnen de HappyNurse formule, waartoe de berekening van de kostprijs en de afrekening met de franchisenemers behoort. Volgens Staffing Associates c.s. staan de verloningsmethodiek en de financiële consequenties daarvan als bedoeld in artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst tussen HappyNurse en een franchisenemer over een bepaald jaar vast, zodra de jaarrekening over dat jaar is vastgesteld en goedgekeurd door de accountant van HappyNurse.
4.4.
Dit verweer kan niet slagen. Artikel 14.3 van de franchiseovereenkomst heeft alleen betrekking op de financiële stromen tussen de uitzendkracht en de franchisegever en tussen de inlener en de franchisegever, zoals het betalen van het loon aan de uitzendkracht door de franchisegever en het factureren door de franchisegever aan de inlener. Slechts de financiële consequenties die daarop betrekking hebben worden door artikel 14.3 bestreken. Dit staat los van de loonsomkostprijs-omrekeningsfactor en de wijze van afrekening tussen de franchisegever en de franchisenemer en dus van de onderhavige vordering van [eiseres sub 1] c.s. in verband met de door HappyNurse ingehouden kostprijs van de uitzendkrachten.
kostprijs
4.5.
Tijdens de looptijd van de franchiseovereenkomsten bracht HappyNurse een kostprijs in rekening voor de uitzendkrachten. Deze kostprijs berekende zij, op grond van de franchiseovereenkomst, op basis van de wettelijke bepalingen en voorzieningen voor risico van contractverplichtingen als gevolg van de CAO en wettelijke bepalingen (zie onderdeel b van de definities voorafgaand aan artikel 1 van de franchiseovereenkomst, zoals geciteerd onder 2.7). Deze kostprijs hield zij, naast de franchisefee, in op het door haar van de inleners ontvangen factuurbedrag voor de tewerkgestelde uitzendkrachten.
4.6.
[eiseres sub 1] c.s. beroepen zich op het arrest.
4.7.
Er is bij HappyNurse op het punt van de kostprijs sprake van een gelijkluidende bepaling als opgenomen in de franchiseovereenkomst van Olympia, waarover in het arrest een oordeel is gegeven. De rechtbank is van oordeel dat Staffing Associates c.s. geen omstandigheden hebben aangevoerd, die de conclusie kunnen dragen dat de door het gerechtshof Den Haag gehanteerde uitleg van het begrip kostprijs niet op de franchiseovereenkomst van HappyNurse van toepassing is. Dit betekent dat HappyNurse met de franchisenemers is overeengekomen dat zij een fee betalen, zoals bepaald in artikel 19 van de franchiseovereenkomst, en dat [eiseres sub 1] c.s. ervan mochten uitgaan dat HappyNurse voor wat betreft de hoogte van de voorzieningen een reële inschatting zou maken, aan de hand van de in het verleden gemaakte werkelijke kosten, zodat in het algemeen de voorziening de werkelijk kosten benadert. Eventuele verschillen – zowel positieve als negatieve – tussen de voorziening en de werkelijke kosten, kon HappyNurse verdisconteren in de voor het volgende jaar, of zelfs eerder, opnieuw vast te stellen voorzieningen. Dat brengt tevens mee dat indien de opgevoerde voorzieningen structureel (substantieel) hoger zijn dan de werkelijke kostprijs, HappyNurse dit meerdere niet op het aan [eiseres sub 1] c.s. uit te betalen bedrag in mindering had mogen brengen. HappyNurse diende te streven naar (niet een te hoge of een te lage, maar) een reële voorziening.
4.8.
Staffing Associates c.s. voeren nog wel aan dat de uitleg in dit arrest op hun franchiseovereenkomst niet van toepassing is, nu de uitvoering van de franchiseovereenkomst door HappyNurse verschilt van de uitvoering door Olympia. Zij zijn met de franchisenemers uitdrukkelijk overeengekomen dat HappyNurse de werkgeversrisico’s draagt en dat deze derhalve niet ten laste komen van de franchisenemers. Dit verweer overtuigt niet, nu Staffing Associates c.s. tegelijkertijd hebben aangevoerd dat HappyNurse de werkgeversrisico’s bekostigde door middel van een collectieve verzekeringspremie die HappyNurse ieder jaar vaststelde aan de hand van onder meer het gerealiseerde schadebeeld, de te verwachten risico’s, de uitloop van reeds gerealiseerde risico’s, de premie voor onvoorzienbare fiscale risico’s, marktomstandigheden en wet- en regelgeving. Aldus is sprake van een situatie waarin HappyNurse weliswaar formeel de werkgeversrisico’s droeg, maar dat zij de kosten ervan afwentelde op alle franchisenemers. Dit is haar ook toegestaan op grond van de franchiseovereenkomst, mits zij een reële kostprijs hanteerde, die geen extra inkomstenbron mag opleveren, zoals het gerechtshof in het arrest heeft overwogen.
4.9.
Staffing Associates c.s. hebben ook nog aangevoerd dat [eiseres sub 1] c.s. in de gesprekken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst en daarna, in de HappyNurse brochure, de exploitatiebegroting en de training uitgebreid zijn geïnformeerd over de kostprijsopbouw conform de loonsomkostprijs-omrekeningsfactor en over het feit dat HappyNurse, als onderdeel van de franchiseformule, alle werkgeversrisico’s op zich neemt tegen betaling van een verzekeringspremie door de franchisenemers. Volgens Staffing Associates c.s. zijn partijen expliciet overeengekomen (in de franchiseovereenkomst en op Stassnet) dat HappyNurse geen verplichting heeft om het eventueel niet aangewende deel van de premies aan de franchisenemers te restitueren noch het recht heeft een eventueel tekort aan premies in de vorm van een naheffing bij de franchisenemers in rekening te brengen. Zij verwijzen onder meer naar een document dat HappyNurse op dit punt op Stassnet heeft gepubliceerd. [eiseres sub 1] c.s. hebben op dit punt gesteld dat zij dit niet met HappyNurse zijn overeengekomen.
4.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor zover HappyNurse met [eiseres sub 1] c.s. is overeengekomen dat geen restitutie zal plaatsvinden, in het geval achteraf blijkt dat de door HappyNurse bij [eiseres sub 1] c.s. ingehouden kostprijs meer beloopt dan de werkelijke kostprijs van de uitzendkrachten, brengt een redelijke uitleg van de franchiseovereenkomst mee dat dit niet is overeengekomen voor de situatie dat HappyNurse een excessieve kostprijs in rekening brengt en op die manier, naast de franchisefee, een tweede, voor [eiseres sub 1] c.s. verborgen, inkomstenbron heeft gecreëerd. Dit is dan alleen overeengekomen voor zover de door HappyNurse gehanteerde kostprijs inderdaad is gebaseerd op realisaties in het verleden en voor zover deze kostprijs, gelet op deze realisaties, niet excessief is.
collectieve factor en werkelijke kostprijs
4.11.
[eiseres sub 1] c.s. hebben aangevoerd dat geen rekening hoeft te worden gehouden met de collectieve factor in het geheel, waarbij het collectief de som van alle franchisenemers binnen de HappyNurse formule is. [eiseres sub 1] c.s. wensen hun eigen aandeel als individuele franchisenemers op te eisen uit het collectief, berekend op basis van de door hun bemiddelde uitzendkrachten.
4.12.
De rechtbank overweegt als volgt. Het collectieve element van de franchiseformule was voor [eiseres sub 1] c.s. één van de redenen om in het concept te stappen. Tijdens de zitting heeft [eiseres sub 1] gesteld dat zij niet aan het concept was begonnen, als zij zelf de door haar bemiddelde uitzendkrachten in dienst had moeten nemen. De werkgeversrisico’s ten aanzien van de uitzendkrachten heeft HappyNurse over alle uitzendkrachten verspreid. Hierdoor werden deze risico’s beter beheersbaar. Of sprake is geweest van excessieve voorzieningen, dient dan ook te worden beoordeeld op basis van alle bij HappyNurse in de betrokken periode in dienst geweest zijnde uitzendkrachten. Voor zover al sprake is van een correctie, als zou blijken dat HappyNurse excessieve voorzieningen heeft genomen, dan moet deze correctie over het geheel van alle franchisenemers worden omgeslagen en niet alleen over [eiseres sub 1] c.s. als individuele franchisenemer op basis van de door hun te werk gestelde uitzendkrachten.
4.13.
Indien tussen partijen komt vast te staan, dat HappyNurse reële voorzieningen heeft opgenomen, staat tevens vast dat HappyNurse zonder tekortkoming uitvoering heeft gegeven aan de overeenkomst. Nu de werkgeversrisico’s in principe bij HappyNurse lagen, brengt een redelijke uitleg niet mee dat achteraf precies de kostprijs van de individuele uitzendkrachten moet worden berekend en afgerekend. Voor zover [eiseres sub 1] c.s. stellen dat achteraf op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde kosten moet worden afgerekend, wijst de rechtbank dit af.
rapporten
4.14.
Ter onderbouwing van hun stelling dat er substantiële verschillen zijn tussen de op hun omzet ingehouden kostprijs en de werkelijke kostprijs van de uitzendkrachten over de jaren 2011 tot en met 2015, hebben [eiseres sub 1] c.s. het rapport van Flexknowledge van 28 maart 2017 in het geding gebracht. Daarin wordt geconcludeerd dat het positieve verschil tussen de ingehouden en de werkelijke kostprijs van de uitzendkrachten oftewel het niet aangewende deel voor [eiseres sub 1] (voor de vestiging Woerden) in de jaren 2010 tot en met 2015 € 217.789,80 beloopt en in de jaren 2012 tot en met 2015 € 143.163,95 (voor de vestiging Driebergen). Staffing Associates c.s. hebben het rapport van Flexknowledge gemotiveerd betwist.
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres sub 1] c.s. met het rapport van Flexknowledge niet hebben aangetoond dat HappyNurse een te hoge kostprijs heeft doorberekend, nu Flexknowledge voor haar berekening van de kostprijs in de jaren 2011 tot en met 2015 aannames heeft gedaan voor wat betreft de gebruikte waardes betreffende onder meer de premie ZW, de WGA rekenpremie, de pensioenpremie en de werkgeverspremie voor het pluspensioen, zonder, tegenover het verweer van Staffing Associates c.s. op dit punt, toe te lichten waarom juist deze aannames moeten worden gehanteerd. Bovendien heeft Flexknowledge alleen een berekening gemaakt ten aanzien van de werknemers die via [eiseres sub 1] c.s. bij HappyNurse in dienst zijn getreden. De rechtbank heeft hierboven al overwogen dat het moet gaan om de kostprijs van alle werknemers van HappyNurse binnen de HappyNurse formule.
4.16.
PwC heeft de door Staffing Associates gehanteerde opbouw van de kostprijs-berekening voor het label HappyNurse en de hoogte (juistheid en aanvaardbaarheid) van alle kostprijselementen onderzocht en heeft op 2 september 2016 hierover gerapporteerd.
Naar het oordeel van de rechtbank geeft het rapport van PwC geen inzicht in de werkelijke kostprijs van de uitzendkrachten in de periode vanaf 2010 tot en met 2015. PwC heeft alleen de kostprijs voor het jaar 2016 beoordeeld (zie pagina’s 2, 3 en 13 en bijlage 2 bij het rapport, waarin alleen de opbouw van de kostprijs van de franchisegever over 2016 is weergegeven), terwijl de vorderingen van [eiseres sub 1] c.s. betrekking hebben op de jaren 2010 tot en met 2015, en zich niet op historische cijfers gebaseerd. Dit terwijl Staffing Associates c.s. wel hebben aangevoerd dat zij bij de bepaling van de kostprijs rekening houden met het gerealiseerde schadebeeld. Bovendien heeft PwC geoordeeld dat zij een door HappyNurse gehanteerde opslag vanwege de omstandigheid dat zij in de zorgsector opereert, opmerkelijk acht.
4.17.
Gelet op dit een ander kan de rechtbank niet beoordelen of de kostprijs die Staffing Associates c.s. over 2010 tot en met 2015 bij [eiseres sub 1] c.s. in rekening hebben gebracht excessief is of niet.
4.18.
Staffing Associates c.s. hebben aangevoerd dat het niet mogelijk is om een reële kostprijs te berekenen, omdat er altijd onduidelijkheid zal bestaan over toekomstige kosten, waarmee wel rekening moet worden gehouden. De rechtbank acht het, zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet te begrijpen dat over genoemde periode, op basis van de gerealiseerde cijfers, niet kan worden berekend of HappyNurse, rekening houdend met alle omstandigheden, structureel een te hoge kostprijs heeft berekend of niet.
4.19.
De rechtbank is dan ook voornemens een deskundige te benoemen die moet vaststellen wat per jaar de reële kosten (de werkelijke kosten van de uitzendkrachten) zijn geweest en in hoeverre de kostprijs van het jaar daarop daarmee in verhouding staat, rekening houdend met de voorzieningen die moeten worden opgenomen en de voorzieningen die kunnen vrijvallen.
4.20.
Partijen kunnen zich bij akte uitlaten over de volgende, aan de deskundige te stellen vragen:
Welke werkelijke kosten hebben Staffing Associates en HappyNurse over de jaren 2010 tot en met 2015 moeten maken voor de bij hun in loondienst zijnde uitzendkrachten?;
Welke voorzieningen hebben Staffing Associates en HappyNurse over de jaren 2010 tot en met 2015 aangehouden voor de bij hun in loondienst zijnde uitzendkrachten?;
Welke kosten hebben Staffing Associates en HappyNurse jaarlijks aan de franchisenemers in rekening hebben gebracht?;
Welke voorzieningen voor te maken kosten zijn jaarlijks (periode 2010 tot en met 2015) vrijgevallen?;
Kunt u vaststellen of de over de jaren 2010 tot en met 2015 opgenomen voorzieningen voor te maken kosten reëel zijn in verhouding tot de (gerealiseerde) risico’s ten aanzien van de werknemers en zo ja, wat is daarover uw standpunt?
In hoeverre staat de kostprijs die Staffing Associates en HappyNurse aan [eiseres sub 1] c.s. en de vof in rekening hebben gebracht in verhouding tot de daadwerkelijk gemaakte kosten?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechtbank volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.21.
De zaak zal naar de rol worden verwezen om partijen in de gelegenheid te stellen gelijktijdig bij akte (zo mogelijk gezamenlijk) een voorstel te doen welke persoon zij als deskundige benoemd willen zien en voorstellen te doen voor vragen die zij eventueel nog verder aan de deskundige ter beantwoording willen voorleggen. De kosten van de deskundige zullen vooralsnog aan [eiseres sub 1] c.s., als eisende partij, in rekening worden gebracht.
vordering ten behoeve van de ontbonden vof
4.22.
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres sub 1] op grond van artikel 3:171 juncto artikel 3:189 lid 2 BW bevoegd is op eigen naam een vordering tegen HappyNurse in te stellen ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak ten behoeve van de ontbonden vennootschap die zij met [A] heeft gehad. Niet gesteld of gebleken is dat tussen de vennoten van de vof een beheersregeling is overeengekomen waaruit blijkt dat [eiseres sub 1] niet zelfstandig bevoegd is een dergelijke vordering in te stellen. Dit leidt ertoe dat [eiseres sub 1] in haar vorderingen ten behoeve van de ontbonden vof ontvankelijk is.
4.23.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 11 oktober 2017voor het nemen van een
akte door beide partijen, als bedoeld onder 4.21;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2017. [1]

Voetnoten

1.type: 283