Uitspraak
2.De feiten
“process for manufacturing stamped products, and stamped products prepared from the same”.
“Quetten zum Presshärten von Stahlblech im Automobilbau”met de Engelse ondertitel:
“Quenches for press hardening steel plate in the car industry”(hierna: Winkel). In dit artikel wordt in detail ingegaan op de werkwijze van het ‘Presshärten’ (‘press hardening process’) waarbij stukken plaatstaal “im Ofen erwärmt, im wärmen Zustand von der Presse umgeformt und durch das gekühlte Werkzeug gehärtet [werden]” (“process parts are heated in a furnace, formed by a press while still hot and then hardened in the chilled press”). Het artikel gaat daarbij met name in op de ovens die daarbij (kunnen) worden gebruikt.
“Status and future trends of hot stamping of Usibor 1500P”. Usibor 1500P is aluminium gecoat staal van ArcelorMittal en Wilsius, Hein en Kefferstein waren ten tijde van de publicatie werkzaam bij ArcelorMittal. Het artikel beschrijft onder meer het proces van hot stamping, de voordelen van het gebruik daarbij van gecoat staal zoals Usibor 1500P en een aantal parameters die van invloed zijn op het proces en de kwaliteit van de daarmee vervaardigde producten. Het bevat onder meer de volgende vier pagina’s (pag. 83, 84, 85 en 87):
3.Het geschil
primairdat de rechtbank de onderhavige nietigheidsprocedure zal schorsen totdat in de oppositieprocedure tegen EP 863 een definitieve beslissing is verkregen, en
subsidiair(nl. voor het geval voor de beslissing tot schorsing nadere onderbouwing van de zijde van ArcelorMittal nodig mocht zijn) dat de rechtbank de beslissing tot schorsing zal aanhouden tot na de conclusie van antwoord in de hoofdzaak.
4.Beoordeling
Bevoegdheid
kenmerken 1.1 en 1.2overweegt de rechtbank daartoe dat WHK in par. 1.1 op pag. 83 een beschrijving geeft van het hot stampingproces, toegespitst op Usibor 1500P-staal van ArcelorMittal. In par. 1.2 (pag. 84) geeft WHK vervolgens aan dat het bij dit staal gaat om
‘precoated boron steel with a metallic coating of aluminium-silicon’. Alle elementen van de kenmerken 1.1 en 1.2 zijn hiermee geopenbaard.
kenmerk 1.3geldt dat ArcelorMittal onvoldoende heeft weersproken dat Usibor 1500P op de prioriteitsdatum al jaren op de markt was en dat de vakman zonder meer wist dat de coating van dit staalproduct een aluminium legering is die door middel van een hot-dipproces wordt aangebracht. Dit blijkt ook uit het door Tata Steel als productie EP6 in het geding gebrachte screenshot van een pagina van de website van een rechtsvoorgangster van ArcelorMittal, Usinor. Volgens de tekst van deze pagina zoals deze op 21 februari 2003 luidde, is de
‘aluminized coating (…) applied by a continuous hot-dip process’. ArcelorMittal heeft overigens ook niet weersproken dat de aluminium-silicon coating van Usibor 1500P, zoals Tata Steel ook nog naar voren heeft gebracht, ook alleen maar door middel van een hot-dipproces kan worden aangebracht. Dat er meer algemeen ook nog een andere methode is om een (metalen) coating aan te brengen (‘elektro plating’) doet in dit verband niet terzake, nu Tata Steel hierover onweersproken naar voren heeft gebracht dat deze techniek alleen mogelijk is bij het gebruik van zink. WHK vermeldt evenwel dat Usibor 1500P een aluminium-silicium coating heeft (op pag. 84).
‘approximately 25µm/side’is. Met Tata Steel is de rechtbank van oordeel dat de vakman deze passage in WHK niet leest als ‘gemiddelde dikte’ en er dus ook niet in zal lezen dat de dikte sterk kan afwijken van 25 µm, zolang de gemiddelde dikte die waarde maar blijft benaderen. De vakman zal hier lezen dat de dikte van de precoating op alle plaatsen op de staalplaat bij benadering 25µm is. Deze lezing vloeit reeds voort uit het gebruik van het woord ‘approximately’ (en niet ‘average’). Het andersluidende betoog van ArcelorMittal op dit punt moet dan ook worden verworpen. De conclusie moet daarmee luiden dat ook
kenmerk 1.4reeds in WHK was geopenbaard.
kenmerk 1.5stelt de rechtbank voorop dat tussen partijen niet in geschil is hoe staal wordt geproduceerd en vervolgens wordt aangeleverd voor verdere verwerking. Kort gezegd houdt dit proces in dat in een continu gietproces langgerekte, dikke strengen staal worden geproduceerd, die vervolgens worden gewalst in een lange staalband (‘steel strip’) van de gewenste dikte en daarna voor het eigenlijke proces van hot stamping worden versneden tot ‘blanks’. Wanneer de vakman in par. 1.1 van WHK ‘blanks’ leest (en overigens in figuur 1 ook ziet), begrijpt hij op grond van zijn algemene vakkennis zonder meer dat de voorgecoate staalstrip eerst wordt versneden. Daarmee is ook kenmerk 1.5 in WHK geopenbaard.
kenmerk 1.6wordt het volgende overwogen. Dit kenmerk ziet op de temperatuur van de oven in combinatie met de tijd dat een blank in de oven verblijft met het oog op het verkrijgen van de gewenste interne structuur van het staal (austeniet). WHK spreekt in dit verband op pag. 83 over: ‘
heating blanks until complete austenitization (900˚C to 950˚C during 4 to 10 minutes)’. Zoals ook blijkt uit de op pag. 18 van de inleidende dagvaarding opgenomen figuur, overlappen deze ranges voor een groot deel de ranges ABCD en EFGH van EP 863, die blijkens par. [0023] van de beschrijving en de daarbij behorende figuur 1 voor wat betreft de temperatuur liggen tussen 880˚C en 940˚C en voor wat betreft de tijd tussen de 3 en 13 minuten. Kenmerk 1.6 omvat daarmee grotendeels materie die niet nieuw is. Dat er ook een gering deel niet overlapt met het in EP 863 geclaimde ‘window’, is niet relevant. De overlap maakt dat kenmerk 1.6 niet nieuw is.
‘heating blanks until complete austenitization’in WHK begrijpen als een beschrijving van het gehele proces dat nodig is om tot een volledig austenitische structuur te komen. Hij weet dat het nodig is om de blank na verhitting enige tijd te houden op de temperatuur waarop hij is verhit om die structuur volledig te bereiken. Hij zal de term ‘heating’ dan ook lezen als verhitting en vervolgens enige tijd verhit houden (zoals ook par. [0023] van het octrooi beschrijft) en begrijpen dat de gewenste structuur wordt bereikt door een blank gedurende 4 tot 10 minuten op een temperatuur van 900˚tot 950˚C te verhitten en verhit te houden, afhankelijk van de dikte van de blank. Op basis van zijn algemene vakkennis zal hij derhalve inzien dat daarmee een opwarmfase – heating phase – tot 900˚C en een holding phase bedoeld wordt. Met de in WHK vermelde tijd voor heating én holding vindt bij de daar vermelde 900˚tot 950˚C ook volledige austenitizering plaats. Dat dit zo is, wordt ondersteund door de hiervoor in r.o. 2.10 opgenomen grafiek in Winkel, waarnaar ArcelorMittal ook zelf verwijst. Uit die grafiek blijkt immers dat die temperatuur bij blanks van 1,2 mm dik al na 150 tot 180 seconden wordt bereikt.
(‘Other dimensions are available on request’)mogelijk andere diktes verkrijgbaar waren, maakt het vorenstaande niet anders.
1.8 en 1.9overweegt de rechtbank dat deze volledig worden geopenbaard op pag. 83 van WHK. ArcelorMittal heeft dit ook niet betreden.
1.1ziet op de afkoelsnelheid bij het ‘schrikken’ van de opgewarmde blank tot een temperatuur van 400˚C teneinde de austenitische structuur te behouden en deze structuur om te zetten in martensiet. Volgens het octrooi dient dit te geschieden met een snelheid van tenminste 30˚C/s, waarbij als startmoment geldt het moment dat de blank de oven verlaat (
‘the exit of said heated blank from the furnace’). WHK zegt hierover op pag. 83: “to get a fully martensitic microstructure, the cooling speed must be higher than 30˚C/s, rates between 50˚C/s en 100˚C/s being optimal”. Anders dan het octrooi gaat het daarbij om de koeling in de pers, meteen na de hot stamping met deze pers. WHK leert de vakman echter ook dat het door hot stamping gevormde product “at the exit of the stamping line” een temperatuur van 150˚C heeft en dat de ‘total cycle time’ (transfer + stamping + cooling in the die), tussen de 15 en 25 seconden beloopt. Deze parameters tezamen corresponderen bij een afkoeling van 900˚C tot 150˚C resp. 950˚C tot 150˚C met afkoelingssnelheden vanaf het moment dat de verhitte blank de oven verlaat (de transfer) van 30˚C/s en 50˚C/s. Dat blijkt uit de door Tata Steel overgelegde productie EP10. ArcelorMittal heeft nog aangevoerd dat die berekeningen onduidelijk en onjuist zijn, maar heeft verder ter zitting niet uitgelegd waarom dat zo zou zijn, zodat die betwisting als onvoldoende gemotiveerd wordt gepasseerd. Ook kenmerk 1.10 was derhalve voor de vakman in WHK reeds direct en ondubbelzinnig geopenbaard.
‘the heat treatment of the blank in the furnace should be conducted so as to respect the kinetics of the austenitic transformation and of the intermetallic alloying reaction between the AlSi-coating and the iron substrate of the blank’: WHK merkt daarbij op dat
‘a too rapid heating of the blanks can cause the melting of the AlSi-coating and deposition of metal onto the rolls’zodat de
‘heating rate doesn’t have to exceed 12˚C/s’. Hoewel WHK daarmee een duidelijke aanwijzing geeft voor de maximale gemiddelde opwarmsnelheid, openbaart het echter niet expliciet de in het octrooi geclaimde specifieke opwarmsnelheden voor het temperatuurbereik van 20˚C - 700˚C en/of van 500˚C-700˚C. Het voorgaande betekent dat EP 863 ten opzichte van WHK slechts één verschilkenmerk kent, te weten kenmerk 1.7. Volgens dit kenmerk dient het verhitten van een blank niet alleen gedurende een bepaalde tijd plaats te vinden (zie kenmerk 1.6), maar dienen daarbij ook specifieke opwarmsnelheden (Vc en Vc’) te worden gebruikt. Volgens het octrooi zou het technisch effect daarvan met name zien op een verbeterde lasbaarheid en daarnaast verbeterde verfbaarheid en corrosiebestendigheid.
hot stampingtechniek gebruikt werden en ook in EP 863 gebruikt worden. De in 2.10 weergegeven curve toont welke verwarmingscurve een staalplaat van een bepaalde dikte bij een bepaalde temperatuur doorloopt, uitgaande van een constante oventemperatuur van 900˚C. Voor de blank met een dikte van 2mm openbaart de grafiek een opwarmingssnelheid van circa 6,5˚C/s resp. circa 3,5˚C/s voor het bereik van 20˚C-700˚C resp. 500˚C-700˚C. Voor de blank met een dikte van 1,2mm is dat circa 8,5˚C/s resp. circa 5,5˚C/s. Een volledige austenitisering wordt in Winkel weliswaar niet binnen 4 minuten bereikt bij 900˚C, maar valt wel binnen het in figuur 1 van EP 863 weergegeven bereik ABCD. Hoewel Winkel geen handboek betreft, laat dit onverlet dat de in het artikel opgenomen curve van figuur 2 inzichtelijk maakt dat de vakman die, onder toepassing van zijn algemene vakkennis, de leer van WHK zou toepassen, vanzelf binnen het in conclusie 1 van EP 863 genoemde bereik zal werken. De uit de curve af te lezen opwarmsnelheden worden bovendien bevestigd door het experiment van Salzgitter. ArcelorMittal heeft deze meetresultaten bestreden met onder andere de tweede verklaring van de bij ArcelorMittal in dienst zijnde onderzoeker [A] , waarin wordt verwezen naar meetresultaten in de door ArcelorMittal als productie GP14D en 15 overgelegde documenten uit de oppositieprocedure. Zoals Tata Steel echter terecht heeft opgemerkt, betreffen deze resultaten proeven met
vergelijkbare(derhalve niet dezelfde) blanks waarbij bovendien qua opwarmsnelheid geen significante verschillen aan het licht zijn gekomen (0,4˚C/s). ArcelorMittal heeft daarnaast alleen een aantal niet gesubstantieerde twijfels over de gehanteerde meetmethodes en meetcondities van Salzgitter geuit. Dit volstaat echter niet, nu zij heeft nagelaten daarbij aan te geven waarom dat zo zou zijn en waarom dat hier van belang zou kunnen zijn.
‘a furnace preheated toa[onderstreping toegevoegd, rb]
temperature’die correspondeert met de ‘window’ die in figuur 1 gegeven wordt. In de tweede plaats komt uit Winkel en de nawerking door Salzgitter van de stand van de techniek naar voren dat zonder toepassing van dergelijke zones de geclaimde gemiddelde opwarmsnelheden Vc en Vc’ in het temperatuurbereik van 500˚C tot 700˚C ook worden bereikt, zodat dit verder niet terzake dienend is.
‘the elapsed time between said heated blank exits said furnace and said stamping commences is not more than 10 seconds’. Naar het oordeel van de rechtbank is ook dit kenmerk reeds geopenbaard in WHK, dat in par. 1.1 (pag. 83) beschrijft dat de blank na verhitting
‘are (…) transferred very quickly on a press for stamping’en vervolgens in par. 1.3.1. als target voor deze transfertime 5 tot 7 seconden voorschrijft. Het betoog van ArcelorMittal dat WHK hiermee slechts spreekt over de tijd die nodig is voor het transporteren van de blank van de oven naar de pers en aldus niets openbaart over de tijd tussen het moment dat de pers wordt bereikt en het moment dat hot stamping begint, wordt verworpen. Verdere lezing van pag. 83 van WHK leert dat wordt uitgegaan van een ‘total cycle time’(transfer + stamping + cooling in the die) tussen de 15 en 25 seconden. Waar WHK verder benadrukken dat de transfer van de oven naar de pers vooral ‘very quickly’ moet plaatsvinden omdat de blanks bij hoge temperatuur (650˚C - 850˚C) de beste eigenschappen voor hot stamping hebben (pag. 83), ligt het voor de hand dat dit ‘stamping’ meteen begint als de blank de pers heeft bereikt. Conclusie 2 en WHK hebben het dan ook over hetzelfde tijdsverloop.
This favorable layer disposition is obtained for example …” waarna een beschrijving van de in conclusie 1 geclaimde werkwijze volgt. Ook het in par. [0025] gegeven voorbeeld bevat zowel de werkwijze als een beschrijving van de daarmee verkregen staalplaat, die aan de kenmerken van conclusie 3 beantwoordt.