ECLI:NL:RBDHA:2017:10367
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende goede trouw van de schuldenaar
Op 12 september 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvraag van een schuldsaneringsregeling door een schuldenaar. De schuldenaar had op 28 juli 2017 een verzoekschrift ingediend, dat op 29 augustus 2017 werd behandeld. Tijdens de zitting is de schuldenaar gehoord. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot schuldsanering slechts kan worden toegewezen indien de schuldenaar in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank heeft daarbij alle omstandigheden in overweging genomen, waaronder de aard en omvang van de vorderingen en het gedrag van de schuldenaar.
De rechtbank constateerde dat de schuldenaar een aanzienlijke schuld had aan Kijkshop B.V., die als een fraudeschuld werd aangemerkt en niet te goeder trouw was ontstaan. Deze schuld was ontstaan in de periode 2008-2011, wat buiten de vijfjaarstermijn viel, maar dit weerhield de rechtbank er niet van om de goede trouw van de schuldenaar in twijfel te trekken. Daarnaast was er een schuld aan Quion, die voortkwam uit een restschuld na de verkoop van de woning van de schuldenaar in 2015. De schuldenaar had ook een vordering van Stichting Waarborgfonds Eigen Woning, maar had deze niet voldoende toegelicht.
De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet had aangetoond dat hij te goeder trouw was met betrekking tot de schuld aan de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning. Gezien deze omstandigheden werd het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank heeft de beslissing op 12 september 2017 uitgesproken, waarbij de rechter R. Cats en griffier M. Ochalhi aanwezig waren.