ECLI:NL:RBDHA:2017:10367

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 september 2017
Publicatiedatum
12 september 2017
Zaaknummer
C/09/537143 / FT RK 17/1380
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende goede trouw van de schuldenaar

Op 12 september 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvraag van een schuldsaneringsregeling door een schuldenaar. De schuldenaar had op 28 juli 2017 een verzoekschrift ingediend, dat op 29 augustus 2017 werd behandeld. Tijdens de zitting is de schuldenaar gehoord. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot schuldsanering slechts kan worden toegewezen indien de schuldenaar in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank heeft daarbij alle omstandigheden in overweging genomen, waaronder de aard en omvang van de vorderingen en het gedrag van de schuldenaar.

De rechtbank constateerde dat de schuldenaar een aanzienlijke schuld had aan Kijkshop B.V., die als een fraudeschuld werd aangemerkt en niet te goeder trouw was ontstaan. Deze schuld was ontstaan in de periode 2008-2011, wat buiten de vijfjaarstermijn viel, maar dit weerhield de rechtbank er niet van om de goede trouw van de schuldenaar in twijfel te trekken. Daarnaast was er een schuld aan Quion, die voortkwam uit een restschuld na de verkoop van de woning van de schuldenaar in 2015. De schuldenaar had ook een vordering van Stichting Waarborgfonds Eigen Woning, maar had deze niet voldoende toegelicht.

De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet had aangetoond dat hij te goeder trouw was met betrekking tot de schuld aan de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning. Gezien deze omstandigheden werd het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank heeft de beslissing op 12 september 2017 uitgesproken, waarbij de rechter R. Cats en griffier M. Ochalhi aanwezig waren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/537143 / FT RK 17/1380
uitspraakdatum: 12 september 2017
(verzoeker),
(adres)
(postcode),
verzoeker,
heeft op 28 juli 2017 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is op 29 augustus 2017 behandeld. De verzoeker is ter zitting verschenen en gehoord.
Ingevolge artikel 288 lid 1 sub b van de Faillissementswet wordt het verzoek slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan en/of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, te goeder trouw is geweest. Deze goede trouw is een gedragsmaatstaf waaraan verzoeker dient te voldoen. Bij de beoordeling daarvan kan de rechtbank rekening houden met alle omstandigheden, zoals de aard en de omvang van de vorderingen, het tijdstip waarop de schulden zijn ontstaan, de mate waarin verzoeker een verwijt gemaakt kan worden dat de schulden zijn ontstaan en/of onbetaald gelaten, het gedrag van verzoeker wat betreft zijn inspanningen de schulden te voldoen of acties zijnerzijds om verhaal door de schuldeisers te frustreren en dergelijke.
De overgelegde schuldenlijst bevat een aantal opvallende schulden. Schuldenaar heeft een schuld van € 347.337,28 aan Kijkshop B.V. Dit is onmiskenbaar een fraudeschuld die niet te goeder trouw is ontstaan. Deze schuld is in de periode 2008-2011 ontstaan. Dit is buiten de vijfjaarstermijn zoals bedoeld in artikel 288 lid 1, aanhef en onder b Fw. en hoeft daarom op zichzelf niet aan toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg te gaan.
Een andere opvallende schuld is de schuld van € 23.577,83 aan Quion. Het gaat hier klaarblijkelijk om een restschuld die is ontstaan na verkoop van de woning van schuldenaar in 2015. Ter zitting heeft schuldenaar te kennen gegeven dat er volgens hem ook nog een schuld aan de Nationale Hypotheek Garantie bestaat. Schuldenaar is in de gelegenheid gesteld om de rechtbank te berichten of dit inderdaad zo is en toe te lichten waarom dit bedrag van hem wordt gevorderd. De rechtbank heeft vervolgens slechts stukken ontvangen waaruit blijkt dat Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (met verkorte naam: Nationale Hypotheek Garantie) een vordering van tenminste € 20.864,37 op schuldenaar heeft. Of dit ziet op dezelfde vordering als die van Quion is niet duidelijk. Schuldenaar heeft de schuld aan Stichting Waarborgfonds Eigen Woning niet toegelicht. Er van uitgaande een Nationale Hypotheek Garantie de kwijtschelding van een restschuld mogelijk maakt indien men ten aanzien van het niet kunnen betalen van een hypotheeklening te goeder trouw is geweest en men volledig heeft meegewerkt om tot een zo goed mogelijke terugbetaling van de hypotheeklening te komen, kan de rechtbank er niet zomaar van uitgaan dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan van deze schuld te goeder trouw is geweest. Het is aan schuldenaar om aannemelijk te maken dat hij te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan van de schuld aan Stichting Waarborgfonds Eigen Woning. Schuldenaar heeft dit niet gedaan. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

BESLISSING

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling van:
(verzoeker)
(geboortedatum), (Plaats),
(adres)
(postcode, plaats).
Gewezen door mr. R. Cats, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 september 2017 in tegenwoordigheid van M. Ochalhi, griffier.