In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 september 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Carl Zeiss Meditec AG en verschillende gedaagden, waaronder VSY Biotechnology B.V. en andere rechtspersonen. De zaak betreft een verzoek van Carl Zeiss tot openstelling van tussentijds hoger beroep tegen een tussenvonnis van 7 juni 2017, waarin de rechtbank reeds had geoordeeld over een inbreuk op het Nederlandse deel van haar octrooi (EP 493). De rechtbank heeft vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden zijn die het openstellen van tussentijds hoger beroep rechtvaardigen, omdat de materiële geschilpunten in het hoger beroep grotendeels overeenkomen met die in de hoofdzaak. Dit bevordert de proceseconomie, aangezien beide zaken gelijktijdig kunnen worden behandeld. De rechtbank heeft het verzoek van Carl Zeiss om tussentijds hoger beroep toegekend en de verdere beslissing aangehouden, met de zaak verwezen naar de parkeerrol in afwachting van de procedure in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van doelmatigheid in de rechtsgang, vooral in complexe octrooi-inbreukzaken waar meerdere partijen betrokken zijn.