ECLI:NL:RBDHA:2016:945
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging asielbesluit en onrechtmatige vrijheidsontneming van vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduring van een vrijheidsontnemende maatregel die was opgelegd aan een Cubaanse vreemdeling. Eiser, geboren in 1986, had op 8 november 2015 de toegang tot Nederland geweigerd gekregen op basis van de Schengengrenscode. Na de afwijzing van zijn asielaanvraag op 26 november 2015, werd de vrijheidsontnemende maatregel voortgezet. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 16 december 2015 gegrond werd verklaard, waarbij het besluit van 26 november 2015 werd vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de vrijheidsontnemende maatregel onrechtmatig was vanaf 9 december 2015, omdat verweerder geen besluit had genomen binnen de daarvoor geldende termijn. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan eiser voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, vastgesteld op € 720,--, en heeft verweerder in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 980,--. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep open.