ECLI:NL:RBDHA:2016:9045
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van de verlenging van beslistermijnen in asielprocedures door publicatie van een WBV
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vreemdeling die asiel heeft aangevraagd, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, ingediend op 16 oktober 2015. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris met de publicatie van het WBV 2016/3 in de Staatscourant op 11 februari 2016 de beslistermijnen voor asielprocedures rechtsgeldig en tijdig had verlengd. De rechtbank concludeerde dat de kennisgeving van deze verlenging op een categoriale wijze kon plaatsvinden, gezien de omstandigheden waarin een groot aantal vreemdelingen gelijktijdig aanvragen indient. De rechtbank stelde vast dat eiseres op 2 mei 2016 de staatssecretaris in gebreke had gesteld, maar dat de verlenging van de beslistermijn tot 17 januari 2017 tijdig was gebeurd. Hierdoor was het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat zij prematuur in gebreke had gesteld. De rechtbank heeft geen gronden gevonden voor een veroordeling in de proceskosten.