In deze zaak vordert de besloten vennootschap Electro-Cirkel B.V. schadevergoeding van de Staat der Nederlanden, naar aanleiding van onterecht betaalde anti-dumpheffingen die zijn afgedragen door een failliete douane-expediteur, Ebrex. Electro-Cirkel heeft spaarlampen ingeklaard en daarbij te veel anti-dumpheffing betaald. De rechtbank Den Haag oordeelt dat Electro-Cirkel niet-ontvankelijk is in haar vordering voor zover deze betrekking heeft op de taakuitoefening van de Ontvanger, en wijst de vordering voor het overige af. De rechtbank stelt vast dat Electro-Cirkel niet zelf de belastingplichtige was, maar dat dit Ebrex was, die in eigen naam en voor eigen rekening aangifte deed. Hierdoor kan Electro-Cirkel geen verzoek tot teruggave indienen op basis van het Communautair Douanewetboek. De rechtbank verwijst naar het arrest van het HvJEU in de zaak Danfoss, waarin wordt gesteld dat lidstaten verplicht zijn om in strijd met het recht van de Unie geïnde heffingen terug te betalen. Electro-Cirkel kan echter niet rechtstreeks een beroep doen op het effectiviteitsbeginsel, omdat er een gemeenschapsregeling bestaat voor teruggave van in strijd met het recht van de Unie toegepaste heffingen. De rechtbank concludeert dat Electro-Cirkel niet kan worden ontvangen in haar vordering en dat de schade die zij lijdt het gevolg is van het faillissement van Ebrex, niet van een onrechtmatige daad van de Staat. De rechtbank wijst de vordering af en veroordeelt Electro-Cirkel in de proceskosten.