ECLI:NL:RBDHA:2016:8752
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet gegrond verklaard wegens motiveringsgebrek in asielprocedure; beroep direct inhoudelijk afgedaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 22 juli 2016, is het verzet van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 24 mei 2016, waarin haar beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie kennelijk ongegrond was verklaard. De rechtbank constateerde dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoonde, omdat het niet aannemelijk was gemaakt dat eiseres in haar belangen was geschaad. De rechtbank oordeelde dat na de vaststelling van dit gebrek er geen ruimte was voor een kennelijk ongegrond beroep. Hierdoor kon de eerdere uitspraak niet in stand blijven.
De rechtbank heeft vervolgens, met toepassing van artikel 8:55, tiende lid, van de Awb, direct uitspraak gedaan op het beroep. Eiseres had een asielaanvraag ingediend die door verweerder was afgewezen op grond van de Dublinverordening, waarbij Duitsland verantwoordelijk werd gesteld voor de behandeling van haar aanvraag. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat er ernstige tekortkomingen waren in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Duitsland, die een reëel risico op een onmenselijke behandeling zouden opleveren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het een vertrektermijn oplegde, maar liet het besluit voor het overige in stand.
De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 744,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering in bestuursrechtelijke besluiten en de mogelijkheden voor partijen om verzet aan te tekenen tegen eerdere uitspraken.