ECLI:NL:RBDHA:2016:8383
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen en verantwoordelijkheidskwesties onder het Dublin-systeem
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2016, zijn de asielaanvragen van eisers, van Servische nationaliteit, aan de orde. De rechtbank heeft eerder op 8 juni 2016 een uitspraak gedaan waarin verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de opdracht kreeg om de aanvragen van eisers in behandeling te nemen. Echter, in de bestreden besluiten van 13 juni 2016 heeft verweerder opnieuw de aanvragen niet in behandeling genomen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvragen van eisers. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet aan de eerdere opdracht heeft voldaan, omdat er geen recente informatie over de opvangsituatie in Bordeaux is betrokken bij de besluitvorming. De rechtbank heeft de beroepen van eisers gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen de asielaanvragen van eisers in behandeling te nemen en deze inhoudelijk af te handelen. Tevens zijn de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft verweerder in de proceskosten van eisers veroordeeld tot een bedrag van € 1.488,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.