Uitspraak
Rechtbank den haag
,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, die een gevangenisstraf van drie jaar heeft opgelegd gekregen wegens brandstichting, en de Staat der Nederlanden. Eiser heeft een gratieverzoek ingediend met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel die aan hem is opgelegd, maar dit verzoek is door de staatsecretaris niet in behandeling genomen. Eiser vorderde dat de Staat het gratieverzoek zou behandelen en de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis zou opschorten totdat op het gratieverzoek was beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Staat op goede gronden heeft geoordeeld dat het gratieverzoek niet in behandeling kan worden genomen, aangezien de wet geen ruimte biedt voor gratie op schadevergoedingsmaatregelen. De voorzieningenrechter erkende echter dat de dreiging van vervangende hechtenis een grote psychische druk op eiser legt, maar dit rechtvaardigde niet dat de Staat het gratieverzoek in behandeling moest nemen. Eiser werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding.