Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 23 juli 2015, 27 juli 2015 en 4 augustus 2015, met 28 producties;
- de conclusie van antwoord, met 25 producties;
- de akte overleggen producties van de curator, met producties 29 tot en met 51;
- het tussenvonnis van 27 januari 2016, waarbij een comparitie van partijen ten overstaan van een meervoudige kamer is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2016.
2.De feiten
€ 75.000,=, € 15.000,= respectievelijk € 45.000,= betaald aan Baas Beheer. Baas Beheer heeft op de genoemde data de door haar aan Baas Holding verschuldigde rente over de lening betaald over de maanden april tot en met augustus (€ 75.000,=), september
(€ 15.000,=) respectievelijk oktober tot en met december 2012 (€ 45.000,=).
€ 1.013.657,= te vorderen van Baas Beheer (saldo rekening-courant).
3.Het geschil
4.De beoordeling
grotendeels via verrekening” zal plaatsvinden. Verrekening tussen BPS en Baas Holding heeft niet plaatsgevonden. Reeds daarom kan niet worden gezegd dat BPS zich al bij de koopovereenkomst heeft verbonden te verrekenen zoals overeengekomen bij de verrekeningsovereenkomst. Daarentegen is de verrekeningsovereenkomst gesloten tussen drie partijen, te weten BPS, Baas Holding en Baas Beheer. Overigens heeft ook daarvoor te gelden dat de koopprijs van € 984.803,= niet is verrekend (tussen BPS en Baas Beheer), nu dat bedrag enkel is bijgeboekt in de rekening-courant, terwijl daar geen vordering van Baas Beheer op BPS tegenover stond (de vordering van BPS op Baas Beheer is met genoemd bedrag enkel verhoogd).
- i) [gedaagde 1] acht zich in april 2013 bekend met de “status Praktiker”: dan wordt bevestigd dat het Praktiker-concern in zwaar weer verkeert;
- ii) [gedaagde 1] zelf komt op 15 november 2013 tot de conclusie dat, nu het doek in Duitsland definitief is gevallen, BPS geen schijn van kans van overleven heeft;
- iii) op 15 november 2013 heeft BPS de claims van de kwekers becijferd op € 6.051.678,66 voor het geval BPS haar verplichtingen jegens hen niet zou nakomen;
- iv) [gedaagden] erkent (in deze procedure) dat vanaf dat moment ook werd onderzocht of ontbinding en vereffening mogelijk waren; er is een document opgesteld met als kop “lijst met aandachtspunten in het kader van 15-11-2013” waar onder punt 21 is vermeld: “Aanvraag faill BB-BPS voorbereiding dossier”;
- v) het faillissement van BPS is medio januari 2014 al aangevraagd, maar uiteindelijk pas op 4 februari 2014 uitgesproken.
€ 5.484,28, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2013. De curator heeft het bestaan van dergelijke afspraken betwist.
6.422,=(2 punten × tarief € 3.211,=)
5.De beslissing
€ 1.163.884,40, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.104.295,= vanaf 4 februari 2014 tot de dag van volledige betaling,