ECLI:NL:RBDHA:2016:7371
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf in afwachting van een gratieverzoek
In deze zaak vordert eiseres, die door het Landgericht Düsseldorf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van drie jaar wegens het medeplegen van de invoer van cocaïne, de schorsing van de tenuitvoerlegging van haar straf totdat op haar gratieverzoek is beslist. Eiseres stelt dat de tenuitvoerlegging van de straf ernstige gevolgen heeft voor haar jonge kinderen, die hierdoor gedwongen worden om naar hun grootmoeder op Curaçao te verhuizen. De Staat, gedaagde in deze procedure, voert verweer en stelt dat de tenuitvoerlegging van de straf moet doorgaan, aangezien er geen wettelijke grond is voor opschorting van de straf. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van eiseres niet voor toewijzing in aanmerking komt, omdat de Staat niet onrechtmatig handelt door de tenuitvoerlegging van de straf voort te zetten. De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten.