Uitspraak
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] ,
Procedure
FeitenOp grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het volgende uit:
Vordering
Dexia ziet zich geconfronteerd met de situatie dat [gedaagde] een vordering op haar pretendeert, dat [gedaagde] de verjaring van die vordering heeft gestuit, maar dat [gedaagde] niet inhoudelijk motiveert waarom hij meent een vordering op Dexia te hebben. Dexia meent daarom er recht en belang bij te hebben dat in rechte wordt vastgesteld dat [gedaagde] geen vordering meer op haar heeft in verband met de tussen hen gesloten leaseovereenkomst.
Voor het geval wordt geoordeeld dat de Hof-formule uitkomt op een betalingsverplichting van Dexia die groter is dan zij reeds heeft voldaan omdat het criterium “onaanvaardbaar zware financiële last” op [gedaagde] van toepassing is, heeft Dexia berekend dat zij nog