ECLI:NL:RBDHA:2016:6697
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering aanvraag Nederlands paspoort op basis van nationaliteitseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2016 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aanvraag van eiseres om een Nederlands paspoort. Eiseres, afkomstig uit [land van herkomst], had op 6 mei 2015 een aanvraag ingediend bij de Nederlandse Ambassade te [vestigingsplaats]. De minister van Buitenlandse Zaken, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen en het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres nooit de Nederlandse nationaliteit heeft gehad, ondanks het feit dat zij eerder twee keer een Nederlands paspoort heeft ontvangen. Dit was het gevolg van een Koninklijk Besluit uit 1997, waarbij aan de vader van eiseres het Nederlanderschap was verleend, maar met de voorwaarde dat minderjarige kinderen zonder rechtmatig verblijf in Nederland niet mee genaturaliseerd werden.
Eiseres voerde aan dat de intrekking van het Nederlanderschap van haar vader niet op feiten was gebaseerd en dat zij erop mocht vertrouwen dat zij het Nederlanderschap had verkregen door de eerdere verstrekking van paspoorten. De rechtbank oordeelde echter dat het vertrouwen van eiseres niet gerechtvaardigd was, omdat het Nederlanderschap niet door de werking van het vertrouwensbeginsel kan worden verkregen. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit voldoende gemotiveerd was en dat het beroep van eiseres ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.