Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juli 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord van 28 oktober 2015, met producties;
- het tussenvonnis van 25 november 2015, waarbij een comparitie van partijen is
2.De feiten
Al eerder bent u bij monde van de directeur Humanistisch Verbond, mevrouw [D] , op de hoogte gesteld van de problemen die zijn gerezen omtrent het functioneren van raadsvrouw [eiseres] als humanistisch geestelijk verzorger bij de Dienst Humanistische Geestelijke Verzorging bij Defensie (DHGV) […] Raadsvrouw [eiseres] heeft in de afgelopen jaren laten zien, binnen de DHGV geen leiding en sturing te accepteren van degenen die daartoe vanuit het Humanistisch Verbond bij Defensie zijn gemandateerd. Zij genereert hierbij conflicten waarmee zij niet passend kan omgaan en die haar eigen werk en dat van anderen frustreren en een zeer negatieve weerslag hebben op de hele DHGV. Pogingen hierin verbetering te bewerkstelligen bleken vruchteloos. Er rest mij dan ook niets anders dan te constateren dat de professionele kwaliteit waarmee raadsvrouw [eiseres] werkt, structureel onvoldoende is en zij niet geschikt is om als humanistisch ambtsdrager bij de DHGV te werken. Ik adviseer u dan ook de goedkeuring voor haar aanstelling als humanistisch geestelijk verzorger bij Defensie in te trekken.”